Checklist: Assertiviteit
1. Laat u leiden door rationele gedachten
Niet: Ik heb van deze presentatie niks gemaakt.
Maar: De opening en afsluiting van de presentatie gingen goed, bij de analyse van het probleem raakte ik in de war.
2. Gebruik ik-boodschappen
Maak duidelijk dat het om jou gaat.
Niet: Als je een probleem ziet, kun je je niet concentreren.
Maar: Als ik een probleem signaleer, vind ik het moeilijk me te concentreren.
Niet: Jij toont geen interesse.
Maar: Je hebt geen tijd als ik je vraag om een gesprek. Daardoor heb ik het gevoel dat je niet geïnteresseerd bent.
3. Zeg wat je niet bevalt
Maak het concreet.
Niet: Jij luistert nooit naar me.
Maar: Toen ik mijn mening gaf over een onderwerp, deed je alsof je me niet hoorde.
4. Maak duidelijk wat je wilt
Formuleer positief.
Niet: Ik vind het zeer vervelend als je me telkens onderbreekt.
Maar: Ik zou het zeer waarderen als je me laat uitpraten en wacht met reageren tot ik uitgesproken ben.
5. Neem verantwoordelijkheid
Breng dit tot uiting in uw formuleringen.
Niet: Dit moet af.
Maar: Ik wíl dit afmaken.
6. Laat (ook) je lichaam spreken
Sta of zit rechtop met uw schouders naar achteren
Houd uw handen en voeten in bedwang. Geen gewiebel en gefriemel.
Spreek rustig, met duidelijke stem en varieer in toonhoogte.
Onderstreep uw woorden met gebaren.
Maak oogcontact. Kijk de ander aan.
Reactie toevoegen