'Betere registratie en meer overleg nodig voor Welzijn op Recept'
Het Landelijk Kennisnetwerk Welzijn op Recept voerde de Quickscan uit in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De QuickScan geeft inzicht over het landelijke bereik en de kwaliteit van de uitvoering van Welzijn op Recept. Dit onderzoek keek naar de doorontwikkeling, de registratie, het bereik, de werkdruk in de eerste lijn en de financiering. De QuickScan werd uitgevoerd onder 144 welzijnsorganisaties. Het concept Welzijn op Recept wordt inmiddels uitgevoerd in 83 gemeenten.
Doorontwikkeling stokt
Uit het rapport blijkt dat het door ontwikkelen van Welzijn op Recept stokt. Het ontbreekt aan een vorm van structureel overleg, waarbij plaats is voor het leren kennen van elkaar en elkaars werkwijze, casuïstiekoverleg en evaluatie. Het zijn vooral de welzijnscoaches die de samenwerking met zorgverleners in de eerstelijn opzoeken, omdat zorgverleners vaak onvoldoende tijd hebben voor overleg. De onderzoekers benadrukken dat het in deze fase van ontwikkeling van Welzijn op Recept cruciaal is dat alle betrokkenen tijd maken om te kijken wat goed gaat en wat beter kan.
Ontbrekende data
Ook blijkt dat de meeste huisartsen Welzijn op Recept niet registeren. Huisartsen weten niet hoe het moet of kunnen dit niet, omdat de mogelijkheden in HIS ontbreken. Ook hebben sommige welzijnsorganisaties geen digitaal cliëntvolgsysteem, waardoor data ontbreken. De welzijnsorganisaties die wel over data beschikken, hebben vaak alleen data van mensen die een intake kregen. Eventuele dropouts zijn daardoor niet bekend. Verder was niet iedereen bereid data te leveren, vanwege de privacygevoeligheid. Daardoor is weinig bekend over de sociale contacten die patiënten opdoen en hoe zij hun gezondheid en welzijn ervaren, terwijl dit juist het doel is van Welzijn op Recept.
Breder maken van de doelgroep
Een andere conclusie uit deze QuickScan is dat Welzijn op Recept de ervaren gezondheid en welbevinden van 65-plussers verhoogt, maar dat bij de helft van deze groep de zorgconsumptie en zorgkosten niet daalt. De onderzoekers stellen dat het breder maken van de doelgroep vanuit kosteneffectiviteit belangrijk is. In slechts 3 van de 83 gemeenten wordt Welzijn op Recept ingezet voor een jongere doelgroep, vanaf 9 jaar. Het is belangrijk om deze ervaring met jongere doelgroepen te delen met anderen.
Passende financiering ontbreekt
De hoofdfinanciers van Welzijn op Recept, de gemeenten, financieren voornamelijk de uren van de welzijnscoaches en de projectleiding. Bij welzijnscoaches gaat het alleen over cliëntgebonden uren en niet de uren waarbij de welzijnscoach samenwerkt met de eerstelijn. Huisartsen missen passende financiering. Volgens de onderzoekers zijn zorgverzekeraars hiervoor verantwoordelijk.
Aanbevelingen
- Het opschalen van het aantal verwijzingen per huisarts
- Registratie van verwijzing en terugkoppeling
- Evaluatie aan de hand van een structureel overleg
- Inzicht in de resultaten en de efffectiviteit
Welzijn op Recept in Zorgverzekeringswet
De auteurs van het rapport, Miriam Heijnders en Jan-Joost Meijs, overhandigden staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) de resultaten van de QuickScan en het Handboek Welzijn op Recept aan. Blokhuis laat weten Welzijn op Recept graag in de Zorgverzekeringswet op te willen nemen.
Lees meer over Welzijn op Recept: Huisarts Greetje Velema: ''Welzijn op Recept' leidt tot minder consulten' en Huisarts Dorine Werkhoven: ‘Welzijn helpt je draai weer te vinden in het echte leven’. Links : Resultaten van de QuickScan en Zorgenz, Blokhuis wil Welzijn op Recept in Zorgverzekeringswet
Reactie toevoegen