Ondernemingsvormen: welke past bij u?
Welke samenwerkingsvormen zijn er?
“Eigenlijk heb je er vier: vennootschap onder firma (VOF), besloten vennootschap (BV), maatschap en coöperatie. Maar ook in een stichting zou je kunnen samenwerken. De vraag is dus eigenlijk: wil je samenwerken in een persoonsgebonden bedrijf of vanuit een rechtspersoon, of een combinatie van deze vormen? Gaat het om één praktijk onder één naam of is een faciliterend model (kostenmaatschap) nodig?”
Waar moet je rekening mee houden bij het kiezen van een ondernemingsvorm?
“Met wie je gaat samenwerken, met hoeveel mensen, is rechtspersoonlijkheid van belang (fiscaal, in de voorwaarden van de zorgverzekering of in de aansprakelijkheidssfeer). En niet te vergeten, wat zijn je persoonlijke wensen en voorwaarden om met anderen samen te werken en wat is het voordeel voor de anderen om met jou samen te werken? Dus wat is zakelijk gezien handig, in de zin van aansprakelijkheid, maar ook in hoeverre wil je verantwoordelijk zijn voor het werk van je collega('s)?”
Wat zijn de grootste valkuilen bij het kiezen van een ondernemingsvorm?
“Veel ondernemers laten zich in een complexe constructie praten door de accountant, terwijl dat meestal veel eenvoudiger kan. Ik merk bij mijn klanten dat boekhouders graag bang maken. Daarnaast zijn veel ondernemers onnodig bang voor aansprakelijkheidsschade en fiscale regels. In de praktijk blijkt dat je dat kan verzekeren of valt het heel erg mee. Medici willen graag, en met name, vakinhoudelijk bezig zijn en zeggen vaak ‘ja, doe maar!’ op adviezen van derden, zonder na te gaan of dat inderdaad ook de beste oplossing voor hun praktijk is.”
Welke samenwerkingsvorm raad jij aan?
“Dat is afhankelijk van vele factoren: hoeveel samenwerkingspartners zijn er en vanuit welke entiteit willen zij deelnemen, speelt de aansprakelijkheid een rol, hoeveel omzet is of komt er, wordt er veel winst gemaakt of juist niet, hoe wordt er bestuurd, wat zijn de fiscale gevolgen, etcetera. Ik vind de coöperatie een zeer mooie en flexibele samenwerkingsvorm. Het heeft de juiste juridische structuur van een BV, maar niet de starheid. Daarnaast heeft een coöperatie rechtspersoonlijkheid en een maatschap bijvoorbeeld niet. Dat heeft vele bedrijfskundige, juridische en fiscale gevolgen. Het kan eventueel ook in een constructie met andere ondernemingsvormen.
Als je kijkt naar de toekomst van ondernemen, gaan we steeds meer naar ‘share-fair’ en is de tijd van het familiebedrijf waarin ‘de familie’ alle aandelen in handen had, en daarmee alle zeggenschap in een bedrijf heeft, wel geweest. Dit gaat ook steeds meer gelden voor medische praktijken gezien de volgende generatie onder andere minder binding wil en dus naar flexibelere samenwerkingsvormen zal kijken.”
Waarom kiezen zo weinig zorgondernemers voor een coöperatie?
“Dat heeft met name te maken met de onbekendheid, daarnaast gaat het al jaren goed in de een maatschap of BV, dus waarom zouden we dat anders doen. Vaak komen zelfstandige zorgverleners op mijn pad als er jonge (para)medici een vaste plek in zo'n bestaande praktijk willen hebben of kunnen bemachtigen. Dan komen vaak de oude patronen bloot te liggen en blijkt vaak dat een herschikking of modernisering van de praktijk op zijn plaats zou zijn. Dat los van de wetgever welke steeds striktere (fiscale) eisen gaat stellen aan zorgpraktijken. Daarbij gaan de zorgverzekeraars ook steeds strengere normen stellen aan het zelfstandig kunnen declareren van zorg. De kwaliteitswet, welke de komende jaren zorgbreed zal worden uitgerold, is daar een voorbeeld van.”
Training
Op 14 november geeft Jeroen Leclercq isamen met Petra Kroon de training Samenwerken: in maatschap of coöperatie? In dit seminar krijgt u inzicht in welke samenwerkingsvorm het beste bij u én uw praktijk past.
Op 30 november zoomt Jeroen Leclercq verder in op de verschillende ondernemingsvormen tijdens de training Ondernemingsvormen in de zorg. Welke alternatieve ondernemingsvormen zijn ook geschikt voor medische praktijken en welke past bij uw situatie?
Reactie toevoegen