NZa legt berekening tariefstijging uit
Het antwoord van de NZa luidt als volgt:
"Het huidige tarief kent als puntwaarde: 5,265173 (voorcalculatorisch niveau 2015). De puntwaarde wordt berekend door de rekensom van de arbeidskostencomponent en praktijkkosten te delen door de rekennorm (puntenaantal). Elk onderdeel kent afzonderlijke indexatiepercentages op voor- en nacalculatorisch niveau.
De tarieven per 2016 hebben als puntwaarde (voorcalculatorisch niveau): 5,284927. Het verschil is – zoals hierboven genoemd is 0,38%. We benoemen kort de stappen die leiden tot de berekening van de puntwaarden van 2016:
Het schonen van de voorlopige index 2015: de voorcalculatie in 2015 was 0,75%. In deze berekeningsstap wordt dit eruit gehaald. Daarmee krijgen we het definitief niveau 2014.
Aan dit resultaat voegen we de definitieve index 2015 toe (en krijgen we dus het definitief niveau 2015).
Aan dit resultaat voegen we de voorlopige index 2016 toe.
Hieraan wordt tot slot de inhaal over het jaar 2015 toegevoegd. In het geval van de tandheelkundige zorg leidt deze stap overigens tot een negatieve inhaal omdat de tarieven die in 2015 gedeclareerd zijn, achteraf (met zicht op de definitieve indexatie-percentages in 2015) te hoog bleken."
Conclusie
Uit het antwoord van de NZa blijkt dus dat de tariefstijging per 2016 niet wordt bepaald of berekend door de inflatie van het komende jaar, maar (ook) wordt beïnvloed door correcties over voorgaande jaren. De ANT heeft laten weten het een omslachtige redenering te vinden en het logisch vinden dat de NZa de indexatie zou baseren op CBS-cijfers.
Reactie toevoegen