Goodwill financieren
Als een praktijk ter overname wordt aangeboden, is het heel verstandig om een overdrachtsdocument op te vragen. Dit is een document opgesteld door de overdragende partij, waarin over het algemeen een beschrijving van de praktijk wordt gegeven (samenstelling personeelsbestand, huur dan wel eigendom van het pand, patiëntenaantal) en alle voor de overdracht van belang zijnde zaken (overdracht dan wel associatie in tijd en geld) worden benoemd. Hier staat dan ook in of de overdragende partij goodwill vraagt, en welk bedrag. Het is van groot belang om dit al in een vroeg stadium duidelijk te hebben. De praktijk leert dat de overdragende partij dit een lastig onderwerp vindt en het nogal eens in het midden laat, om dan in een later stadium van de onderhandeling alsnog dit onderwerp in te brengen. Dit levert dan natuurlijk een teleurgestelde overnemer op want die had dat niet meer verwacht, wat een goede overdracht niet bevordert. Dit had voorkomen kunnen worden door hier vanaf het begin duidelijk over te zijn.
Betaling/financiering
Banken zullen de goodwill zeker willen financieren als blijkt dat de betreffende lening afgelost kan worden en er voldoende financiële middelen overblijven om op een normale en goede wijze in het levensonderhoud te kunnen voorzien.
Daarnaast is financiering mogelijk met eigen middelen (vaak bij lagere bedragen, de zogenaamde verborgen goodwill in de activa) dan wel een vaak (achtergestelde) (familie)lening. Ten slotte is het mogelijk om een inverdienregeling met de overdragende partij af te spreken, zodat de goodwill in termijnen kan worden voldaan uit de gerealiseerde jaarwinst. Het grote voordeel van deze wijze van financiering van de goodwill is dat er geen bank nodig is.
Financieren versus aflossen: een liquiditeitsvraagstuk
Tot aan de kredietcrisis liep de door de bank verplicht gestelde aflossingstermijn gelijk aan de fiscaal verplichte afschrijvingstermijn van tien jaar. Gevolg hiervan was dat een gedeelte van de aflossing werd gefinancierd uit het fiscaal voordeel van de jaarlijkse afschrijving. Vanaf het jaar 2010 is dit gewijzigd: een lening bij de bank zal vaak in vijf jaar moet worden afgelost terwijl er fiscaal nog steeds moet worden afgeschreven in tien jaar, hetgeen – zeker in de eerste vijf jaar – leidt tot een liquiditeitsvraagstuk. Hierdoor wordt de draagkracht van de praktijk belangrijk, wat weer wordt beïnvloed door de hoogte van de goodwill. Ergo: draagkracht begrenst mede de hoogte van de goodwill.
Over goodwill is de laatste jaren veel gezegd en geschreven. Lees meer over wat goodwill is in dit artikel.
Reactie toevoegen