Zorgaanbieders kunnen vanaf 15 mei continuïteitsbijdrage aanvragen
Vrijdagavond presenteerden de zorgverzekeraars het plan voor noodsteun aan zorgaanbieders die geen coronazorg leveren, maar door de invoering van spoedzorg wel last hebben van een lage omzet. De steun is bedoeld voor zorgverleners uit verschillende beroepsgroepen met een jaaromzet tot 10 miljoen euro. Voor zorgverleners met een grotere jaaromzet, zoals ziekenhuizen, willen de zorgverzekeraars voor 1 juli een regeling gereed hebben. Dat lieten Menzis-bestuursvoorzitter Ton van Houten en Zorg en Zekerheid topman Ruben Wenselaar vrijdag in Skipr weten. Vorige week werden al 100 procent voorschotten aan ziekenhuizen beloofd.
Continuïteitsbijdrage per beroepsgroep
‘Eerst is een voorschotregeling, waarbij aanbieders versneld 70 procent van de omzet konden aanvragen, aangekondigd’, vertelt Van Houten. ‘Zo was er tijd om onderzoeksinstelling Gupta te laten kijken naar de hoogte van de lopende kosten per beroepsgroep. Daar is de hoogte van de continuïteitsbijdrage op gebaseerd.’ Zaterdag publiceerde Zorgverzekeraars Nederland (ZN) de tabellen voor de beroepsgroepen. De kraamzorg en wijkverpleging krijgen met 87 procent de grootste bijdrage, daarna volgen apotheken en fysiotherapeuten met 86 procent. De tandartsen krijgen 81 procent en de audiciens krijgen met 55 procent de laagste bijdrage.
Hoogste continuïteitsbijdrage
Laagste continuïteitsbijdrage
Inhaalzorg
De reguliere zorg wordt volledig vergoed en zorgverzekeraars verwachten dat zorgaanbieders waar mogelijk ook inhaalzorg gaan leveren. Daarbij gaat het om de omzet boven de normomzet. Dat is de enige manier om wachtlijsten niet onnodig op te laten lopen, stelt ZN. Voor deze inhaalzorg geldt een aangepaste vergoeding, omdat de zorgverzekeraars anders dubbel betalen voor de zorg en de zorgkosten verder zullen stijgen. De vergoeding voor inhaalzorg geldt voor maximaal zes maanden na de laatste betaling van de continuïteitsbijdrage en stopt als het percentage van de eerder verstrekte continuïteitsbijdrage is bereikt.
‘Na de coronacrisis – we verwachten dat deze regeling voor vier maanden gaat gelden – kunnen zorgaanbieders weer hun reguliere omzet halen’, stelt Van Houten. Alles wat dan boven de 100 procent van hun voorspelde omzet uitkomt, krijgen ze tegen een lager percentage vergoed. Dat is de inhaalzorg, waar ze al een bijdrage voor hebben gekregen. Zorgaanbieders hoeven dus de aangevraagde continuïteitsbijdrage niet terug te betalen.’ Volgens hem gaat het bij de continuïteitsbijdrage om hoge percentages. ‘Als je na vier maanden weer volledige omzet draait, kun je door de regeling nog maar maximaal drie procent van je jaaromzet mislopen.’
‘Zorgverzekeraars zetten premiegeld volledig in’
‘We willen op een eerlijke manier omgaan met iedere beroepsgroep en zorgvuldig omgaan met het premiegeld van verzekerden’, zegt Wenselaar. De zorgverzekeraars zullen via deze continuïteitsbijdragen en de inhaalzorg al het premiegeld dat ze hebben ontvangen volledig inzetten, stelt Van Houten. ‘Dat gaat naar de reguliere zorg. De rest komt uit de reserves. Er komt namelijk nog een rekening aan voor de kosten van coronazorg.’
Links
- Skipr, Zorgverzekeraars: Al het premiegeld naar reguliere zorg en coronarekening uit reserves
- Skipr, Deze beroepsgroepen krijgen de hoogste continuïteitsbijdrage
- Zorgverzekeraars Nederland, Continuïteitsbijdrage-regeling
Reactie toevoegen