'Ruimere inzet professionele tolken nodig voor betere zorg'
Dit concludeert NIVEL na onderzoek op verzoek van artsenfederatie KNMG naar de inzet van tolken in de zorg.
In 2012 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de tolkenvergoeding beperkt tot drie specifieke groepen, te weten slachtoffers van mensenhandel, asielzoekers in opvangcentra en vrouwen die in de maatschappelijke opvang verblijven. Het NIVEL onderzocht op verzoek van de KNMG hoe vaak en wanneer professionele tolken noodzakelijk zijn en hoe vaak ze worden ingezet bij anderstalige patiënten. Dit onderzoek gaat over de situatie in 2015, dus níet over de asielzoekers of vluchtelingen die sinds 2016 versneld instromen.
Afweging noodzaak
Zorgverleners zien vooral de noodzaak om een professionele tolk in te zetten bij eerste generatie migranten uit niet-Westerse landen. Deze tolk wordt relatief vaak ingezet bij complexe zorgvragen en taboeonderwerpen, en is vooral noodzakelijk bij slechtnieuwsgesprekken en bij het verkrijgen van geïnformeerde toestemming voor een behandeling. Wordt een professionele tolk ingezet, dan blijkt dit ook achteraf bezien bijna altijd noodzakelijk.
Behoefte
Voor goede zorgverlening hebben artsen drie keer vaker behoefte aan de inzet van professionele tolken dan nu mogelijk is, blijkt uit het onderzoek. Bij 16% van alle anderstalige patiënten is een professionele tolk noodzakelijk, maar deze wordt slechts bij 5% ingezet. Dit komt door ontbrekende financiering en factoren als gebrek aan tijd. Dit heeft volgens zorgverleners een negatief effect op de zorg en leidt tot extra zorggebruik. Zo kan de zorgvraag niet goed worden vastgesteld, lopen patiënten extra gezondheidsrisico en zijn er meer vervolgcontacten nodig. Volgens het NIVEL is het van belang om tolkvoorzieningen toegankelijker te maken door ruimere vergoedingsmogelijkheden.
Reactie toevoegen