Nelleke Bots-Van ’t Spijker over 'senior proof' mondzorg: ‘Hou de oudere betrokken’
Zowel de tandarts, de mondhygiëniste, de tandartsassistente als de balie-assistente dienen te weten hoe de mondzorg voor ouderen in elkaar zit, betoogt Nelleke Bots-Van ’t Spijker van de Mondzorgkliniek in Bunschoten . De klinische mondzorg voor de ouderen is een verantwoordelijkheid van het hele team, zo blijkt uit de ‘Praktijkwijzer Mondzorg voor ouderen '.
Het tweede online deel van Mondzorgpraktijk Anno Nu is op woensdagavond 16 december a.s. Lees meer en neem deel >>
‘Aging in place’
Bots-Van ’t Spijker vertelt dat de groep ouderen groter wordt én steeds ouder. ‘In 2020 is een op de vijf mensen 65 of ouder. In 2040 is dat al een op de vier. Op dat moment is 9 procent 80 jaar of ouder. Deze ouderen blijven ook steeds vaker zelfstandig wonen, zo woont 82 procent van de 90-94 jarigen nu al zelfstandig. De term die daarbij wordt gebruikt is ‘aging in place’: ouderen blijven op hun eigen plek wonen, ook al worden ze kwetsbaar. De zorg wordt om de oudere heen georganiseerd en daardoor komt hij of zij ook langer in de gewone tandartspraktijk.’
Gezondheid op drie gebieden
De gezondheid van ouderen kan worden beschouwd op drie samenhangende gebieden: lichamelijk, psychisch en sociaal. Bots-Van ’t Spijker schetst als voorbeeld daarbij de denkbeeldige mevrouw Koelewijn. ‘Ze krijgt ineens geen burenhulp meer. De buurman die altijd boodschappen voor haar deed is voor langere tijd naar het buitenland. Mevrouw Koelewijn blijkt na een tijdje niet alle gezonde voeding meer te krijgen, er treedt voedseldeficiëntie op en mevrouw vertoont verward gedrag. Mevrouw wordt kwetsbaar en meer afhankelijk van zorg.’
In de leeftijdscategorie van mevrouw Koelewijn ontstaat vaak multimorbiditeit, er treden meerdere ziektebeelden op. ‘Zo heeft 45 procent van de 75-plussers meer soorten medicijnen. De Praktijkwijzer bevat een overzicht van de meest voorkomende ziektebeelden, de medicijnen die ouderen veel gebruiken, welke bijwerkingen daarbij kunnen optreden. Dat is allemaal achtergrondinformatie die van belang zijn bij het zien van de ouderen.’
Netwerk zorgverleners
Bots- Van ’t Spijker toont een diagram over het contact van ouderen met allerlei zorgverleners, zoals de huisarts, het ziekenhuis en de thuiszorg. ‘Met het ouder worden neemt het contact met allerlei zorgverleners toe, maar met de tandarts neemt het contact boven de 55 jaar juist af. Als we al veel eerder goed contact hebben met patiënten, dan blijft die relatie meer vanzelfsprekend. Op dit moment verdwijnt een groep steeds meer uit beeld.’
‘Ouderen met lagere sociaaleconomische status lopen meer risico op mondzorgproblemen, omdat ze minder naar de tandarts gaan. Het streven is levensloopbestendige zorg. We willen een mondgezondheid in stand houden, die vooral functioneel is voor de oudere.’
Door de ‘aging in place’ is er vaak een heel netwerk aan zorgverleners rond de oudere actief, zoals de thuiszorg, de huisarts, een logopedist, een ergotherapeut, een apotheker. Om de rol van tandartsen bij de oudere uit te diepen, deed Bots-Van ’t Spijker onderzoek onder 364 koppels van tandartsen en oudere patiënten, in samenwerking met de KNMT en ACTA. ‘Een van de vragen was of de tandarts ook contact heeft gehad met andere disciplines zoals de huisarts. Van de 364 tandartsen bleken er slechts zes contact te hebben gehad met de huisarts over de oudere. Eén huisarts had contact opgenomen met de tandarts. Ik promoot dan ook het bellen van de huisarts met vraag in hoeverre ze bereid zijn tot samenwerking met de tandarts.’
‘De mond niet vergeten’
Bots-Van ’t Spijker wijst op de site ‘De mond niet vergeten’ . Daar wordt onder meer de rol belicht van huisartsen en thuiszorgmedewerkers, die een oogje in het zeil kunnen houden wat betreft de mondgezondheid van ouderen. ‘De thuiszorgmedewerker komt bij de oudere thuis en kan naar de mond kijken, vragen stellen en de oudere naar een tandarts verwijzen. Hetzelfde geldt voor huisartsen. De zorg voor ouderen moet samen gebeuren: de tandarts heeft hulp nodig uit vanuit het zorgveld. De zorgprofessionals hebben meer contact met de oudere. Zoek contact. Wijs op de site om ze te betrekken bij de mondzorg voor de ouderen.’
Acht stappen in het zorgproces
Nelleke Bots-Van ’t Spijker vertelt over de opzet van de Praktijkwijzer, die adviezen geeft in de acht stappen van het zorgproces ( ‘Praktijkwijzer Mondzorg voor ouderen ‘):
1 Een afspraak maken of oproepen voor controle of behandeling
2 De toegankelijkheid van de praktijk bij binnenkomen en rondgaan
3 De ontvangst bij balie en zorgverlener
4 De behandeling
5 Samenwerking en verwijzing bij de behandeling
6 Het patiëntendossier
7 De kennis en vaardigheden van de zorgverleners
8 De afronding van de behandeling en het vertrek
Actieve houding
Bots-Van ’t Spijker benadrukt het belang van een actieve houding om informatie te vergaren over de ouderen en hun netwerk. Wat is er nodig voor de oudere, om naar die tandartspraktijk te komen? Goed vervoer is een belangrijk probleem, zo blijkt. ‘Het is voor de oudere vaak moeilijk te plannen als ze afhankelijk zijn van de thuiszorg. Ook de Regiotaxi is een onvoorspelbare factor. ‘De regiotaxi is schandalig slecht’, aldus een deelnemer. Bij een groot deel van de ouderen is het goed om meteen een vervolgafspraak te maken, bijvoorbeeld in combinatie met een herinnering per post om ze betrokken te houden. ‘Soms is bellen nodig en dan moet je weten wie je kunt bellen als je geen contact kunt krijgen. Daarvoor dien je het netwerk van de oudere in kaart te hebben gebracht. Huisbezoek kan ook extra informatie opleveren, maar het kost wel tijd.’
Attitude en communicatie
De attitude van de tandarts ten opzichte van de ouderen vraagt aandacht, evenals de manier van communiceren met de oudere: praat langzaam, met korte zinnen, neem de tijd en doe het respectvol. ‘Wacht even op een reactie van iemand met Parkinson. Praat niet over het hoofd van de oudere heen. Voer het gesprek niet met de mantelzorger. Wees tactvol.’ Het plannen van een apart zogeheten ‘rollatorblok’ in de planning kan voordelen hebben, schetst Bots-Van ’t Spijker. ‘Dan kun je nog beter op het contact met de oudere voorbereiden en de zorg goed vormgeven.’
Informatie over de omstandigheden en gezondheid van de oudere zijn eveneens van belang. Gebruikt de oudere een gehoorapparaat, een Canta of een scootmobiel, heeft hij een rollator? Daarvoor is ruimte nodig in de behandelkamer, zegt Bots-Van ’t Spijker. ‘Zorg dat de assistente gericht is op de oudere en weet wat de oudere heeft. Zorg voor een brede toegankelijkheid voor rolstoelen en rollators. De tandarts dient de anamnese telkens goed door te spreken. Leg alle informatie goed vast in het dossier, is een belangrijk punt uit de praktijkwijzer. Niet geschreven is niet gedaan.’
‘Hou de oudere betrokken’
Er is bij tandartsen meer kennis nodig over de ouderen en de aandoeningen die ze kunnen hebben, concludeert Bots-Van ’t Spijker. ‘Een belemmering is bijvoorbeeld dat de tijd en aandacht voor de zorg aan ouderen financieel wel georganiseerd moet kunnen worden. Hou de oudere in het oog, probeer ze betrokken te houden. Laat ze het belang van goede mondgezondheid inzien. Betrek zo nodig de kinderen erbij. Benader de mensen die je lang niet hebt gezien actief in je eigen patiëntenbestand.’
Het tweede online deel van Mondzorgpraktijk Anno Nu is op woensdagavond 16 december a.s. Lees meer en neem deel >>
Links:
- Mondzorgkliniek in Bunschoten
- Mondzorgpraktijk Anno Nu , 12 en 16 december 2020
- KNMT, ‘Praktijkwijzer Mondzorg voor ouderen‘
- Stichting De mond niet vergeten!, ‘De mond niet vergeten’
- KIMO, Klinische praktijkrichtlijn Mondzorg voor aan huis gebonden kwetsbare ouderen (concept),
- MedischOndernemen, Marc ten Hoor (KNMT): ‘Maak de mondzorgpraktijk in acht stappen senior proof’
Reactie toevoegen