Extra kosten zorgverlener door wijziging Wgbo
Dit concludeertSIRA Consulting in een rapport dat door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is gepubliceerd.
In de Wgbo staan de rechten en plichten van hulpverleners en patiënten beschreven, zoals het geven van toestemming van de patiënt voor een behandeling, informatieverschaffing en het recht van de patiënt op inzage in het eigen medisch dossier. Vorige maand heeft de minister van VWS een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gestuurd met daarin een aantal wijzigingen van de Wgbo, gericht op een versterking van de positie van de patiënt. Nieuw is onder meer dat in de wet is opgenomen dat hulpverlener en patiënt samen beslissen over onderzoeken en behandelingen. Ook stijgt de bewaartermijn van het medisch dossier van vijftien naar twintig jaar en komen er nieuwe regels met betrekking tot het inzagerecht van nabestaanden in het dossier van overleden patiënten.
Effecten regeldruk
SIRA deed onderzoek naar de 'regeldrukeffecten' van de wetswijziging en de kostenstijging die hiervan het gevolg is. Hulpverleners moeten bijvoorbeeld kennisnemen van de wijziging van de Wgbo, zodat zij weten aan welke verplichtingen zij moeten voldoen. Dit kost zorgverleners gezamenlijk in totaal ruim 1,1 miljoen euro. Het aanpassen van de administratieve organisatie betekent een eenmalige kostenpost van ruim 400 duizend euro voor zorgverleners, aldus de onderzoekers.
Daarnaast gaat het bureau uit van een structurele lastenstijging als gevolg van de wetswijziging. Zo zal de verlenging van de bewaartermijnen van medisch dossiers jaarlijks leiden tot zo’n 1,3 miljoen euro aan extra kosten. De wijziging van het inzagerecht betekent jaarlijks zo’n 25 duizend euro kosten voor nabestaanden en niet-professionele vertegenwoordigers en 39 duizend euro voor zorgverleners en professionele vertegenwoordigers.
Reactie toevoegen