Extra geld voor huisartsen in achterstandswijken
De werkdruk van huisartsen in achterstandswijken is groot. De artsen zijn structureel overbelast en nieuwe collega’s zijn in deze wijken vaak moeilijk te vinden. Nieuwe artsen gaan liever ergens anders aan de slag, waardoor de artsen die blijven het nog zwaarder krijgen. Ze hebben te weinig tijd voor hun patiënten en dat terwijl juist in wijken met achterstanden belangrijk is. Patiënten zijn er vaker ziek, hebben veelal meerdere problemen en komen vaker op consult. Dit is ook te merken uit de cijfers. Waar patiënten elders in het land jaarlijks 4,4 keer naar een huisarts gaan is dit in achterstandswijken wel twintig tot vijftig keer.
Extra geld Achterstandsfondsen en Zilveren Kruis
In 1997 zijn op initiatief van de LHV en in samenwerking met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in de grote steden de Achterstandsfondsen opgericht. Deze fondsen ondersteunen huisartsenpraktijken in achterstandswijken om de kwaliteit van huisartsenzorg te bevorderen door projecten te financieren. De achterstandsfondsen van de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en zorgverzekeraar Zilveren Kruis geven de huisartsen nu een vrij te besteden opslag op het basistarief. Doordat huisartsen in achterstandswijken extra geld krijgen voor hun patiënten, moet de werkdruk van de huisartsen worden verlaagd.
Meer aandacht en tijd voor patiënten
De opslag voor huisartsen in achterstandswijken is onderdeel van de aanpak 'Krachtige Basiszorg’, die oorspronkelijk is ontwikkeld door stichting Overvecht Gezond, een eerstelijns samenwerkingsverband uit de wijk Overvecht, in samenwerking met Buurtteamorganisatie Sociaal. Deze wordt nu uitgebreid naar in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De opslag voor huisartsen moet ertoe leiden dat er meer aandacht en tijd ontstaat voor patiënten met complexe problemen.
Reactie toevoegen