“Zorgverzekeraar profiteert van versnippering binnen de fysiotherapie”
De definitie van kwaliteit is binnen de fysiotherapie een moeilijk punt. Het KNGF heeft een kwaliteitssysteem, maar daarnaast is er ook nog een tweede instantie, ‘het Keurmerk’, dat weer op een andere manier kwaliteit meet. Ook heb je de HKZ en nog allerlei regionale en landelijke kwaliteitsnetwerken met weer hun eigen interpretatie. En niet te vergeten de zorgverzekeraar die weer een geheel eigen kijk heeft op de kwaliteit van fysiotherapie. Ik heb een viertal praktijkeigenaren om hun mening gevraagd over dit gevoelige onderwerp en over hoe zij, als ze het voor het zeggen hadden, kwaliteit binnen de fysiotherapie zouden organiseren.
Auteur: Kirsten Baane, oprichter van ZorgPromotor en onderliggend FysioPromotor, marketingcommunicatiebureau in de zorg en fysiotherapie ( info@fysiopromotor.nl).
De 4 geïnterviewden:
- Geert van Baggem, praktijkeigenaar van de fysioo, een grote praktijk met 25 medewerkers en vier praktijklocaties in Nijmegen en Beuningen.
- Kees Kuijs, praktijkeigenaar van Kuijs Fysiotherapie, een middelgrote praktijk met 9 medewerkers in Beek.
- John Louwarts, praktijkeigenaar van Fysio plus, een grote praktijk met 21 medewerkers en drie praktijklocaties in Roermond, Maasbracht en Echt.
- Ad Roza, praktijkeigenaar van FysioProfit, een kleine praktijk met 4 medewerkers en 2 praktijklocaties in Waalwijk en Oosterhout.
1. Hoe definieert u 'kwaliteit?
Kuijs: “Kwaliteit is doelmatig fysiotherapeutisch handelen volgens de geldende richtlijnen. Er dient maatwerk geleverd te worden uitgaande van de hulpvraag van de patiënt, resulterend in het gewenste behandelresultaat binnen een zo kort mogelijke tijdsperiode met een goede patiënttevredenheid.”
Louwarts: “Kwaliteit is een mix van patiëntgerichte zorg met tijd en zorg voor de patiënt, maar daar hoort ook bij dat het met behulp van vragenlijsten meetbaar wordt gemaakt.”
Roza: “Kwaliteit is voor mij als je duurzame resultaten bereikt. Kwaliteit is niet wat geneest maar wat voorkomt. Kwaliteit is hierdoor moeilijk te meten.”
2. Valt kwaliteit meetbaar te maken binnen de fysiotherapie?
Van Baggem: “Jazeker! We moeten het er alleen met alle betrokken partijen over eens zijn wat we willen meten anders krijg je evenzoveel uitkomsten als er belangen zijn. Wellicht is het een idee dit door een volledig onafhankelijke partij te laten inventariseren.
Kuijs: “Patiënttevredenheid is meetbaar mits goed uitgevoerd. Doelmatigheid en efficiëntie zijn enigszins meetbaar: behandelgemiddelden per praktijk kunnen worden vergeleken met de regionale of landelijke gemiddelden. Voorwaarde is wel dat de wijze van berekenen van behandelgemiddelden tot stand komt met medewerking en goedkeuring van de beroepsgroep. Het moet transparant en controleerbaar zijn voor de fysiotherapeut en uniform worden gehanteerd bij alle zorgverzekeraars.”
3. Wat vindt u van de manier waarop zorgverzekeraars naar kwaliteit kijken?
Van Baggem: “Als zorgverzekeraars over kwaliteit praten, bedoelen ze vooral kostenefficiëntie. In hun contracten met fysiotherapeuten is de behandelindex leidend. Met deze methode stuurt de zorgverzekeraar op kostenbeheersing door het limiteren van het aantallen behandelingen. Een fysiotherapeut heeft het gevoel dat hij geen andere keuze heeft dan hierin meegaan, omdat anders de financiële consequenties groot zijn. Het gevolg is dat het behandelgemiddelde jaar in jaar uit zal dalen met alle gevolgen van dien voor patiënt en beroepsgroep.”
Louwarts: “Ze kijken te weinig naar de data die de patiënt zelf aan ons geeft, persoonlijke scores van de fysio zijn vele malen hoger dan de CQ-indexen.”
Roza: “Zorgverzekeraars leggen de lat hoog voor dossiervorming en suggereren hiermee de kwaliteit te waarborgen. De nutteloze dossierexercitie is bedacht als straf voor een hoger behandelgemiddelde, de zogenaamde beheersaudit. Als fysiotherapeut wil je mensen behandelen en niet bezig zijn met beheersmodellen. De klanten staan bovenaan waarbij het vrije tijd kost om dossiers op beheersniveau te hebben.”
4. Wat vindt u van de verplichte vragenlijsten die gestuurd moeten worden naar patiënten? Kunt u hier conclusies uithalen die ten goede komen aan de kwaliteit van de dienstverlening?
Kuijs: Aangezien je als praktijk zelf mag beslissen naar wie je de vragenlijsten stuurt, is het maar de vraag of het bijdraagt aan kwaliteit. De resultaten van dit onderzoek komen terecht bij de zorgverzekeraar hetgeen consequenties kan hebben voor het contract. De fysiotherapeut zal om deze reden al gauw geneigd zijn om klanten, waar hij een kritische review van verwacht, niet uit te nodigen. Terwijl juist kritische reviews veel waardevolle informatie kunnen geven aan een praktijk.
Louwarts: Ik snap dat ze getallen nodig hebben om te meten maar ik weet ook dat er vragenlijsten door praktijken zelf worden ingevuld die daarmee een PLUSpraktijk zijn geworden.
5. Wat vindt u van de manier waarop HKZ naar kwaliteit kijkt?
Van Baggem: HKZ heeft een goede methodiek om processen binnen de praktijk op een opbouwend kritische manier inzichtelijk te maken. Ik zie HKZ dan ook als een goede voorwaardenscheppende methode om je praktijkvoering te optimaliseren.
Kuijs: Wij zijn niet HKZ-gecertificeerd, mijn gevoel is dat HKZ te veel naar de processen binnen een praktijk kijkt en te weinig inhoudelijk. Dus als alles maar goed en gestructureerd genoteerd staat dan zou dat een teken zijn van goede kwaliteit. Uiteraard dient een organisatie goed gestructureerd te zijn en er een uniforme werkwijze op na te houden. Maar dit is slechts een onderdeel van kwaliteit.
Louwarts: HKZ vergt veel tijd en levert mij te weinig op. Ik ben kwaliteitsmanager bij onze organisatie en heb al drie handboeken meegemaakt en acht audits. Er is veel verschil in audits en weinig toegevoegde waarde voor ons.
Roza: HKZ biedt de mogelijkheid om structuur te brengen in de aanpak van zorg en keuzes te maken. Maar dat je HKZ gecertificeerd bent, is niet voldoende voor zorgverzekeraars. De verzekeraars komen met een eigengemaakte toets met als doel kosten te beheersen en niet de kwaliteit te borgen.
6. Wat vindt u ervan dat nu, naast het KNGF, het Keurmerk is opgericht om de kwaliteit te waarborgen en op te komen voor de belangen van fysiotherapeuten?
Van Baggem: “Ik ben er geen voorstander van, omdat we hetzelfde belang hebben. Als we als één beroepsgroep optreden, staan we sterker dan wanneer we tegenstrijdige belangen laten prevaleren.”
Kuijs: “Dat betreur ik. De fysiotherapie zou qua organisatie één stem moeten hebben. Verdeeldheid leidt tot verzwakking van de onderhandelingspositie.”
Louwarts: “Weer een gemiste kans om samen sterk te zijn, weer verdeeldheid in de groep fysio's, ideaal voor de zorgverzekeraar tegen ons.”
7. Als u het voor het zeggen zou hebben, hoe zou u dan kwaliteit binnen de fysiotherapie organiseren?
Van Baggem: “Ik denk dat we van onze eigen kracht moeten uitgaan. Wanneer we als beroepsgroep het voortouw nemen en zelf bepalen welke eisen we aan een behandelaar willen stellen, bepalen we ook zelf het vakinhoudelijke beleid.”
Kuijs: “Kwaliteit is in eerste instantie een zaak van de beroepsgroep zelf. Onderzoek, richtlijnontwikkeling, deskundigheidsbevordering en controle van kwaliteit hoort daarbij.
Verder dient er een onafhankelijk orgaan te zijn, dat eventueel zou kunnen bestaan uit vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, HKZ, KNGF en patiëntenfederaties, dat medeverantwoordelijk is voor kwaliteitsbewaking.”
Louwarts: “Goed informeren bij de patiënt en kijken wat deze goed vindt en als doelmatig ervaart. Verder moet de KNGF de kar trekken. Ook moeten de verschillen tussen praktijken in beeld gebracht worden, er kan niet op één manier gemeten worden.”
8. Kun je kwaliteit beter waarborgen binnen samenwerkingen met verschillende zorgdisciplines?
Van Baggem: Samenwerking is een absolute noodzaak voor het leveren van zo optimaal mogelijke maar ook kostenefficiënte zorg. Deze wordt steeds vaker als ketenzorg aangeboden en richtlijnen en protocollen worden tegenwoordig vaak multidisciplinair opgezet. Binnen het huidige onderwijs lopen zelfs pilots waarbij studenten van diverse (para)medische opleidingen samenwerken om tot een multidisciplinaire aanpak te komen
Kuijs: Intensieve samenwerking tussen de verschillende disciplines zal leiden tot kwaliteitsverbetering, grotere efficiëntie en kostenbesparing. Afspraken over wanneer door te verwijzen en wanneer niet, over gezamenlijke aanpak van diverse aandoeningen met een goede, frequente communicatie onderling levert gegarandeerd een betere zorg.
Louwarts: Ik denk dat samenwerking toegevoegde waarde biedt, alleen moet het niet overdreven worden. Niet alles hoeft multidisciplinair, ook dit werkt kostenverhogend.
Conclusie
Waar andere medische disciplines meer een front lijken te vormen en zelf de kwaliteitsrichtlijnen bepalen, is binnen de fysiotherapie kwaliteit een versnipperde markt waar te veel partijen uiteenlopende belangen hebben.
De zorgverzekeraars maken dankbaar gebruik van deze versnipperde markt waar zij kunnen bepalen wat kwaliteit is en welke beloning daartegenover staat. Met meer eenheid als beroepsgroep zou de fysiotherapie veel sterker staan en zelf de lijnen kunnen uitstippelen.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Lees verder - met dit thema
Belastingdienst gaat vanaf 1 januari handhaven bij schijnzelfstandigheid: Wel overgangsperiode van een jaar voor werkgevers en zzp’ers
10 sep om 14:00 uur 5 minOp 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst ‘volledig handhaven’ op…
Grensoverschrijdend gedrag: leiderschap én beleid ‘bittere noodzaak’
16 jul om 09:30 uur 6 minDe kranten en social media staan er bol van: grensoverschrijdend gedrag. Schrijnende verhalen komen naar buiten…
Getalsgrens intern toezicht WTZa verhoogd naar 50
20 jun om 17:00 uur 2 minDe Wtza-verplichting om intern toezicht in te richten gaat pas gelden voor…
InterShift en Agilio: Intelligente software die praktijkmanagers bij al hun taken ondersteunt
26 sep 2023 4 minInterShift, bij huisartsen bekend als de aanbieder van roostersoftware voor…
Reactie toevoegen