Zorgverleners zijn wantrouwen zorgverzekeraars beu
Vorig jaar tekenden huisartsen massaal protest aan tegen onder andere de grote bureaucratische rompslomp die zorgverzekeraars hen oplegden. Niet zonder resultaat: een aantal regels werd geschrapt. Bij andere groepen in de zorg leeft dezelfde frustratie. Daarom besloot VvAA haar ledencongres, dat gisteren in Utrecht plaatsvond, in het teken te stellen van ‘Zelf aan het roer’. In de aanloop naar het congres zijn er nieuwe roergangers opgestaan die de beweging die de ‘Het roer moet om-huisartsen’ zijn gestart zijn, willen voortzetten voor de andere professionals in de zorg.
Doorgeslagen
Het zit de bijna 500 deelnemers aan het congres duidelijk hoog. De controle door de zorgverzekeraars is doorgeslagen. Het invullen van al die formulieren kost veel te veel tijd. Ze willen meer tijd kunnen besteden aan de patiënt en minder tijd kwijt zijn aan administratieve handelingen. Ook over het wantrouwen wordt veel geklaagd: waarom kan de zorgverzekeraar er niet op vertrouwen dat de zorgverlener samen met de patiënt zelf kan besluiten wat goede zorg is?
Het meten van kwaliteit, transparant zijn en verantwoording afleggen is niet in principe verkeerd, vindt men. Maar worden de juiste dingen gemeten? De deelnemers van het congres denken van niet. Ze willen af van nutteloze afvinklijstjes en formulieren.
Weerwoord
Het manifest ‘Zelf aan het roer’, dat tijdens het congres werd gepresenteerd, stelt dat patiënt en zorgverlener samen afspraken over kwaliteit kunnen maken. De inmenging van andere partijen is daar niet bij nodig. André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, kreeg de kans weerwoord te geven: “Het gaat om heel erg veel gemeenschapsgeld, dat kunnen wij niet spenderen zonder daar enige controle op te houden. De consumenten verwachten ook van ons dat we goede zorg inkopen”.
Maar de zorgverzekeraars zijn niet degenen die moeten bepalen wat kwaliteit is, stelt het manifest. Dat hoort te liggen bij IGZ, de wetenschappelijke verenigingen en het Medisch Tuchtcollege. Rouvoet is het daar in principe mee eens: “Wij willen ons niet met kwaliteit bemoeien, het liefst doet de beroepsgroep het zelf. Als zij het eens zijn, hebben wij er niks over te zeggen. Maar als ze het niet eens zijn, moeten wij wel een norm stellen.”
Aan tafel
Berthold Gunster riep in een humoristische presentatie nog op tot omdenken: je niet verzetten tegen een probleem, maar het accepteren en omdenken naar een mogelijkheid. De deelnemers leken echter niet geneigd hun probleem om te denken maar vinden vooral dat zorgverzekeraars, politiek en toezichthouders het systeem van doorgeslagen kwaliteitscontroles moeten aanpakken.
Marian Kaljouw van de NZA, die samen met Rouvoet de 'tegenpartij' vertegenwoordigde, gaf aan dat zij met de roergangers in gesprek wil gaan en nodigde hen uit aan tafel. “Wij willen wel kijken naar minder regels en vinkjes, maar mijn ervaring is dat de beroepsgroep zelf heel veel regels in stand houdt.”
Reactie toevoegen