Werken aan uw pensioen
Hoeveel geld u na uw pensionering nodig heeft, is heel persoonlijk. Het hoeft niet altijd minder te zijn dan nu, bijvoorbeeld omdat u meer uitgeeft aan vrije tijd of zorg.
Als u extra wilt sparen, is het handig om zo vroeg mogelijk te beginnen. Hoe later u begint, hoe meer u in korte tijd opzij moet zetten. Als er financiële ruimte is, begin dan meteen. Voor bepaalde beroepsgroepen zoals tandartsen is dit belangrijk, omdat zij geen pensioen (meer) opbouwen in een beroepspensioenfonds.
Hoe zit uw pensioen in elkaar?
Laag 1: De AOW. Dit krijgt u sowieso vanaf uw AOW-leeftijd, tenzij u in het buitenland heeft gewoond. De AOW is op dit moment bruto 10.000 euro per jaar per persoon voor gehuwden en samenwonenden.
Laag 2: Pensioen dat u heeft opgebouwd via uw werkgever of op grond van uw beroep bij een beroepspensioenfonds.
Laag 3: Wat u zelf opbouwt. Dit kan in de vorm van een fiscaal product, bijvoorbeeld een lijfrente, of door het opbouwen van vermogen in box 3.
Zelf sparen
Er zijn verschillende opties om uw pensioen aan te vullen.
A. Fiscaalvriendelijk sparen (lijfrenteproducten)
Wat u op deze manier spaart, mag u (tot een zeker wettelijk maximum) in mindering brengen op uw belastbare inkomen. Als het uitgekeerd wordt, na uw pensionering, betaalt u wel belasting maar vaak tegen een lager tarief. Het vermogen dat u op deze manier opbouwt, mag alleen gebruikt worden ter aanvulling op uw AOW en mag niet in één keer worden uitgekeerd.
Er zijn twee verschillende soorten lijfrentes:
- Via een verzekeraar
Een voordeel ten opzichte van het alternatief is dat u beter uw eigen randvoorwaarden kunt bepalen. U kunt bijvoorbeeld zelf aangeven naar wie uw uitkering gaat als u vroegtijdig overlijdt, dat hoeft niet uw wettige of testamentaire erfgenaam te zijn. Een ander verschil is dat u in de uitkeringsfase kunt kiezen voor een levenslange uitkering, die pas eindigt bij overlijden. Wel is dit meestal de duurste optie omdat u betaalt voor onder meer het langlevenrisico . De verzekering valt niet onder het depositogarantiestelsel.
2. Banksparen
Dit betekent dat u uw geld op een geblokkeerde rekening zet waaruit u na uw AOW uitkeringen krijgt. U kunt overigens op de datum dat het geld vrijkomt, ook een andere aanbieder kiezen als die een hogere rente biedt. De duur van de uitkeringen bepaalt u op uw pensioendatum. Leeft u langer dan de afgesproken periode, dan krijgt u niets meer. Komt u tijdens de uitkeringsduur te overlijden dan wordt de uitkering voortgezet op uw nabestaanden. Voordeel van banksparen is dat u vaak minder kosten heeft dan bij sparen via een verzekeraar. Dit komt omdat het een vrij eenvoudig product is. Het tegoed valt onder het depositogarantiestelsel.
Het voordeel van lijfrentes is dat u gedisciplineerd spaart. Wat u inlegt, kan er niet vroegtijdig uit. Dit is tegelijkertijd ook een nadeel. U kunt er pas over beschikken als u de AOW-leeftijd heeft bereikt.
B. Hypotheek aflossen
Zonder hypotheek zijn uw maandlasten lager. Echter, het geld zit dan in uw huis en daar kunt u niet meer vrij over beschikken. Alleen als u uw huis verkoopt, komt het geld weer vrij. Als uw inkomen lager is zal een hypotheek afsluiten op latere leeftijd namelijk niet altijd mogelijk zijn. Daarnaast is de renteaftrek door fiscale spelregels beperkt. Het is dus raadzaam om tijdig met een financieel planner de alternatieven te bekijken. Wanneer u wel aflost, let dan goed op hypotheekvoorwaarden.
C. Sparen in box 3
Nu betaalt u 1,2 procent vermogensrendementsheffing boven de circa 21.500 euro spaargeld per persoon. Volgend jaar verandert dat in een getrapt tarief dat gunstig is voor vermogens onder de circa 240.000 euro, maar ongunstig voor de vermogens daarboven. Met de lage rente van dit moment en de inflatie holt u met sparen eigenlijk uw vermogen uit. Dat is overigens geen reden om maar gekke dingen met uw geld te gaan doen. U weet met sparen in ieder geval waar u aan toe bent.
D. Beleggen
Beleggen kan naast lijfrentes een goede optie zijn. Als u belegt, kunt u dat het beste goed gespreid doen met weinig kosten (obligaties, aandelen, onroerend goed) . De spreiding moet internationaal en over verschillende sectoren en bedrijven zijn. Als u een goed persoonlijk risicoprofiel en -plan laat samenstellen door een deskundige, kunt u met beleggen een goed rendement halen. Beleg alleen geld dat u op de korte termijn niet nodig heeft. Bij beleggen is het belangrijk dat u de tijd neemt, dat geeft de beste kans op een goed rendement. Over belegd geld betaalt u ook vermogensrendementsheffing.
Een goede en populaire optie is indexbeleggen. Indextrackers volgen de markt. Ze zijn op de beurs verhandelbaar en hebben als doel de index, bijvoorbeeld de MSCI World Index, te volgen tegen zo laag mogelijke kosten. U bereikt hiermee een goede spreiding tegen lagere kosten. Onderzoek heeft uitgewezen dat er nagenoeg geen fonds- of vermogensbeheerder zijn die de markt verslaan. Door standaard een vast bedrag per maand in te leggen over een lange periode, spreidt u de aankoopmomenten over hoge en lage aankoopkoersen.
Elma van Vulpen is financieel planner bij VvAA (elma.van.vulpen@vvaa.nl)
Adri van der Steen is adviseur bij VvAA beheerd indexbeleggen (vvaa.nl/indexbeleggen)
Reactie toevoegen