Veranderingen in verlof
In 2015 is de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden ingevoerd. Deze wet brengt wijzigingen aan in de Wet arbeid en zorg waarin alle verschillende verlofvormen zijn samengebracht. Doel van deze moderniseringsoperatie is om werkenden in staat te stellen de bestaande verlofmogelijkheden beter te benutten. Een aantal verlofvormen zijn uitgebreid en procedures vereenvoudigd. Tijd voor een overzicht.
Ouderschapsverlof
Sinds 1 januari 2015 is het voor werknemers makkelijker geworden om ouderschapsverlof flexibel op te nemen, namelijk op elke gewenste wijze die ze voorstellen. Dat kan aaneengesloten zijn of onderbroken, bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties. Ook is het mogelijk dat de werknemer het ouderschapsverlof opneemt gedurende de volledige werkweken of juist voor een paar uur per week of een combinatie van beide. Uiteraard zolang het kind nog geen 8 jaar is. De eis dat een werknemer eerst een jaar in dienst moet zijn, is vervallen. De totale omvang van het ouderschapsverlof wijzigt niet: die blijft 26 x de wekelijkse arbeidsduur. Alleen op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen kan een werkgever, na overleg met de werknemer, aan de wijze van opname van het ouderschapsverlof een andere invulling geven.
Ouderschapsverlof is onbetaald en omdat in 2015 de ouderschapsverlofkorting als belastingvoordeel is afgeschaft, is het nog maar de vraag of werknemers, ondanks de flexibilisering, meer gebruik zullen maken van deze onbetaalde verlofvorm.
Vaderschaps- en partnerverlof
Na de bevalling van de partner heeft een werknemer recht op een betaald kraamverlof van 2 dagen. Hieraan is het partnerverlof gevoegd, dit zijn 3 dagen onbetaald ouderschapsverlof die de werknemer direct aansluitend of gespreid binnen 4 weken kan opnemen. Het recht op partnerverlof is onvoorwaardelijk, de werkgever mag dit niet afwijzen met een beroep op zwaarwegende bedrijfsbelangen. Als het aan de regering ligt worden deze 3 dagen partnerverlof in 2017 toegevoegd aan het kraamverlof, zodat nieuwbakken vaders in totaal 5 dagen verlof doorbetaald krijgen na de bevalling van hun partner.
Flexibilisering bevallingsverlof
Vrouwen krijgen meer regie over de inzet van hun verlof na de bevalling. Vanaf 6 weken na de bevalling kunnen zij het resterende verlof gespreid over een tijdvak van maximaal 30 weken opnemen. De werkneemster moet hier ten minste 3 weken van tevoren om verzoeken. Van de werkgever wordt verwacht dat hij binnen een week instemt, alleen wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen mag hij het verzoek afwijzen.
Daarnaast is wettelijk geregeld dat in het geval de moeder overlijdt tijdens het bevallingsverlof, de resterende verloftijd overgaat naar de juridische ouder van het kind.
Meerlingen en couveusekinderen
In geval van meerlingen zal met ingang van 1 april 2016 het zwangerschapsverlof worden uitgebreid met 4 weken. Verder is het bevallingsverlof uitgebreid met een ‘couveuseverlof’ in geval van opname van het kind in het ziekenhuis tijdens de duur van het oorspronkelijke bevallingsverlof, mits het kind ten minste 7 dagen in het ziekenhuis is opgenomen. Het bevallingsverlof wordt dan verlengd met de duur van de ziekenhuisopname. Het bevallingsverlof wordt dan verlengd met de duur van de ziekenhuisopname tot een maximum van 10 weken.
Flexibilisering pleegzorg- en adoptieverlof
Bij deze twee verlofvormen gaat het niet om het verlenen van zorg maar om ondersteuning van de hechting tussen kind en gezin. Om het pleegzorg- en adoptieverlof beter te laten aansluiten bij de wensen van werknemers is de periode waarbinnen dit verlof kan worden opgenomen verruimd van 18 naar 26 weken en mag het verlof in plaats van 2 nu 4 weken vóór de feitelijke opname in het gezin ingaan. Het onbetaalde pleegzorg- en adoptieverlof blijft in totaal 4 weken duren. Naast een aaneengesloten opname behoort nu ook gespreide opname tot de mogelijkheden, mits er aan werkgeverszijde geen zwaarwegende bedrijfsbelangen in de weg staan.
Petra Kroon
Babelfish Legal
Reactie toevoegen