Veel interactie op het congres Digitaal in de Huisartsenpraktijk

Bij de opening van het congres stipte Maaike Heijltjes (hoofdredacteur MedischOndernemen) aan hoe snel technologische ontwikkelingen gaan. Pas op 17 november 1988 werd vanuit Nederland de eerste e-mail gestuurd. Zij benadrukte dat aan de slag gaan met eHealth vooral een kwestie is van de eerste stap durven zetten en mensen gewoon moeten beginnen.

Sessies

De eerste plenaire sessie werd gegeven door Jan Jacobs. Hij stond stil bij de huidige stand van de technologie en welke toepassingen daarin interessant zijn voor de huisarts. Internationaal zijn er allerlei apps ontwikkeld om de service naar de patiënt te verbeteren, bijvoorbeeld de mogelijkheid om online afspraken te maken. Technisch is dat al goed mogelijk, maar in Nederland staat de toepassing hiervan nog in de kinderschoenen. Daarnaast krijgt de huisarts steeds meer te maken met de zelfmetende consument met een stappenteller op zijn iPhone. Een ander voorbeeld: toen de babyfoon op de markt kwam was dat revolutionair. Tegenwoordig kan met een app de hartslag van een baby gemonitord worden via babysokken. 

Na de koffiepauze gebruikte Britt van Lettow de resultaten van de nieuwe eHealth-monitor om met de zaal in gesprek te gaan. Bij het maken van een afspraak pakt men uit gewoonte de telefoon om te bellen. Uit de eHealth-monitor blijkt dat patiënten vaak niet eens weten dat er ook online een afspraak gemaakt kan worden. Van Lettow riep de huisartsen daarom op om de mogelijkheden om online een afspraak te maken  duidelijker te communiceren naar de patiënt.

Workshops

Na de lunch konden de deelnemers twee workshops volgen uit een keuze van vier.

Nienke van Delden en Rob van Damme gaven ons een kijkje in de keuken van de online praktijk. Het toepassen van eHealth kan de toegankelijkheid verbeteren, de informatiebehoefte beantwoorden, de consultdruk ontlasten, een kwaliteitsborging zijn en het werkplezier vergroten. Het publiek werd gevraagd om met de smartphone, via een online tool, vragen te beantwoorden waarvan de resultaten direct getoond konden worden. Bijvoorbeeld: Welk type zorgvraag zou u op afstand durven behandelen? De meerderheid van de aanwezige artsen zou eczeem, verkoudheid en rugklachten zonder fysiek contact durven te behandelen.

Pieter Jeekel en Eugen Zuiderwijk gingen dieper in op zelfmanagement van de patiënt. De zorgverlener is daarin cruciaal, zo stellen zij. “Patiënten gaan vaak zelf aan de slag na een gesprek met een arts.” Het is daarom ook belangrijk om de patiënt op te voeden en processen aan te passen zodat zelfmanagement makkelijker wordt.

Hoe huisartsen veilig kunnen omgaan met patiëntengegevens stond centraal in de workshop van Daan Koot. Aan de hand van verschillende casussen werd duidelijk dat er op het gebied van privacy en informatiebeveiliging nog veel te leren valt. Veel wachtwoorden zijn nog te gemakkelijk te kraken. WhatsApp is niet geschikt voor de zorg. Een e-mail kun je alleen veilig versturen als de informatie versleuteld is. Inloggen met twee-staps-verificatie zou de veiligheid vergroten.

Jaap Roorda liet zien hoe de markt van de ‘e-mental health’ er op dit moment uitziet. Aan de hand van voorbeelden behandelde hij welke argumenten er zijn voor het aanbieden van e-mental health. Roorda is voorstander van vragen voor geld voor een e-mental health behandeling, om uitval te voorkomen: “Hoe meer je de patiënt in de portemonnee raakt, hoe meer de noodzaak voor hem/haar om de behandeling af te maken.” Dilemma daarbij is dat de patiënt wel het geld moet hebben om de behandeling te betalen.

Na de theepauze sloot Saskia Timmer de dag plenair af met een lezing over de implementatie van eHealth. Voor een succesvolle implementatie is het nodig dat er voldoende draagvlak binnen de organisatie is en dat er geïnvesteerd wordt in de medewerkers. Implementatie is pas gelukt als het ook goed geïntegreerd is. Ze geeft het voorbeeld van een keuken die je net opnieuw hebt ingericht: in het begin levert de nieuwe indeling hinder op, maar na een tijdje weet je waar alles staat en pak je op routine wat je nodig hebt. Ze eindigde met het advies ‘Leer van anderen’.

Alle presentaties die gegeven zijn tijdens het congres Digitaal in de Huisartsenpraktijk zijn hier te bekijken.