Vast kortingspercentage door zorgverzekeraars niet langer hanteerbaar
Zorgverzekeraars doen het liefst zaken met zorgaanbieders waarmee zij een contract hebben afgesloten. De prijs staat dan vast. Toch moeten zij ook zaken doen met zorgverleners met wie zij geen contract hebben. Vaak wordt van deze niet-gecontracteerde zorgaanbieders maar 75% van de behandeling te goed. Zorgverzekeraars zien dit als het gemiddelde tarief van zulke behandelingen.
Vast kortingspercentage van tafel
Het hanteren van een vast kortingspercentage mag niet meer. De rechtbank Gelderland oordeelde dat zorgverzekeraars per zorgtype moeten motiveren welk kortingspercentage zij hanteren. Dit percentage moet gebaseerd zijn op de extra kosten, bijvoorbeeld het verwerken van een factuur, die de verzekeraar maakt door de ongecontracteerde zorgverlener. Ongecontracteerde zorgaanbieders zijn beschermd door de zorgverzekeringswet; de korting mag geen sta-in-de-weg zijn voor zorgaanbieders en patiënten. De vergoeding mag niet zo laag zijn dat mensen geen zorg meer afnemen. Basisverzekeringen vallen onder de zorgverzekeringswet, aanvullende verzekeringen niet.
De Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze spande de rechtzaak met succes aan tegen VGZ, Menzis, CZ en het Zilveren Kruis.
Wetsvoorstel niet-gecontracteerde zorg
In november afgelopen jaar kwam minister Hugo de Jonge (CDA) van Volksgezondheid in het nieuws, omdat hij werkt aan een wetsvoorstel https://www.zorgkennis.net/downloads/kennisbank/ZK-kennisbank-Kamerbrief-contracteerproces-zorgverlening-5586.pdfom niet-gecontracteerde zorgaanbieders minder te vergoeden. Op deze manier wil De Jonge ervoor zorgen dat zorgaanbieders contracten afsluiten met zorgverzekeraars. Hij is van mening dat hiermee goede, betaalbare en toegankelijke zorg wordt mogelijk gemaakt.
Reactie toevoegen