Praktijkondersteuner heeft te weinig tijd voor opzetten multidisciplinaire samenwerking
Uit het onderzoek komt naar voren dat de praktijkondersteuner een spil is in de huisartsenzorg bij de zorg voor thuiswonende patiënten. Praktijkondersteuners kunnen zorgbehoeften vroeg op het spoor komen als de huisartsenpraktijk de eerste is die daar signalen over ontvangt. Vanuit de huisartsenpraktijk kunnen zij kwetsbare patiënten monitoren. Zij doen dat veelal in samenwerking met de wijkverpleging.
Extra inspanningen vereist
De resultaten laten zien dat de praktijkondersteuners die aan dit onderzoek meededen behoefte hebben aan aan meer tijd en ruimte voor samenwerking en afstemming van zorg en ondersteuning met andere bij de patiënt betrokken professionals. Daarnaast vinden praktijkondersteuners het wenselijk om MDO’s te organiseren waarin zij de zorg kunnen afstemmen en zij samenwerkingspartners leren kennen. Dit maakt het makkelijker een volgende keer weer (ad hoc) contact op te nemen. Ook hebben de praktijkondersteuners behoefte aan scholing samen met samenwerkingspartners en scholing over zorg en ondersteuning vanuit gemeenten. Daarnaast wensen praktijkondersteuners dat er een zorgdossier komt waarin zij gezamenlijk met samenwerkingspartners kunnen werken. Om de samenwerking verder te verbeteren vinden praktijkondersteuners het wenselijk dat er duidelijkheid is over wie waarvoor verantwoordelijk is en dat er een vast aanspreekpunt is bij hun samenwerkingspartners.
Patiënten met onvervulde zorgbehoeften
Een aantal praktijkondersteuners in dit onderzoek merkt op dat sommige patiënten niet de zorg of ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Dit signaleren zij vooral bij zorgmijders, patiënten met dementie, patiënten die specialistische GGZ nodig hebben en patiënten met een complexe zorgvraag en weinig mantelzorg. Bij deze groepen sluit het zorgaanbod soms onvoldoende aan bij de zorgvraag. Het gaat dan vooral om de wijkverpleging en de zorg en ondersteuning die vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) geboden wordt, zoals begeleiding, dagopvang en huishoudelijke hulp. Ook ervaren praktijkondersteuners dat aan de noodzaak voor intramurale zorg niet altijd voldaan wordt. Daarnaast signaleren praktijkondersteuners dat er een groep patiënten is die onvoldoende bekend is met de zorgmogelijkheden en daardoor niet de toegang tot de juiste zorg vindt.
Bekijk hier het hele rapport.
Reactie toevoegen