Praktijkhouder moet verantwoordelijkheid nemen bij fraude assistente
De huisarts wordt aangeklaagd door de ex van zijn assistente. De doktersassistente heeft zonder overleg met de huisarts een Chlamydiatest laten uitvoeren voor de broer van een vriendin (een apothekerassistente), op naam van de (inmiddels) ex-vriend van de doktersassistente. Hij wist hier echter niets van. Uit de test bleek dat de broer van de apothekersassistente inderdaad Chlamydia had. Hoewel de dokterassistente geprobeerd heeft de gegevens te wissen uit de systemen, is toch een deel van de uitslag teruggevonden. De ex-vriend van de doktersassistente, op wiens naam de test was uitgevoerd, klaagt de huisarts aan omdat hij volgens de ex niets doet tegen de frauduleuze activiteiten van de assistente. Naast de fraude met de test zou zij namelijk samen met de apothekersassistente ook illegaal medicijnen hebben verhandeld. Ook hiertegen heeft de huisarts geen maatregelen genomen.
De huisarts geeft in zijn verweer aan dat de assistente op eigen gezag de Chlamydiatest heeft laten uitvoeren. Hij voert aan dat zijn assistente en haar ex in een conflictsituatie zitten. Nadat hij van de vermoedens van de fraude met medicijnen hoorde, heeft de huisarts contact gezocht met de apotheek waar geen bewijzen zijn gevonden. Hij heeft zijn assistente hier niet mee geconfronteerd. Wel heeft de huisarts de assistente in een gesprek over haar functioneren ontslag aangeboden, maar vanwege de financiële consequenties heeft hij het ontslag niet doorgezet.
Oordeel
Het tuchtcollege noemt het zeer zorgelijk dat de huisarts zich niet verantwoordelijk voelt voor de activiteiten van zijn assistente. Hij had haar terecht moeten wijzen op haar niet-integere en onzorgvuldige handelen. De huisarts wordt verweten dat hij geen enkel inzicht heeft getoond in de ernst van de zaak: de assistente heeft een vertrouwenspositie en die positie heeft ze misbruikt. Daarmee is de integriteit van de ex. Een verantwoordelijk praktijkhouder moet in zo’n situatie maatregelen nemen en ketenpartners op de hoogte brengen, aldus de tuchtrechter.
De huisarts heeft een voorwaardelijke schorsing uit het BIG-register van zes maanden met een proeftijd van twee jaar opgelegd gekregen.
Lees hier de complete uitspraak.
Reactie toevoegen