Ook medisch specialist in spagaat tussen kosten en kwaliteit
ABN AMRO vindt het belangrijk kennis te verzamelen en vooral ook te delen. Daarom organiseert de bank regelmatig rondetafeldiscussies voor verschillende beroepsgroepen in de zorg. Na de apothekers, de mondzorg, de huisartsen en de fysiotherapeuten waren op 6 juni de medisch specialisten aan de beurt. Rob Boelens en Thera Evers, beiden sectorspecialist medische beroepen bij ABN AMRO, zaten rond de tafel met 9 belangrijke stakeholders. Daarnaast waren 40 medisch specialisten uitgenodigd om de discussie te volgen en eraan bij te dragen.
Deelnemers aan tafel:
- Arjan Rudolphus, bestuurslid MSB van het Franciscus Gasthuis in Rotterdam
- Bart Meijman, huisarts en mede-initiatiefnemer van gedachtegoed "Optimale zorg - Dappere dokters"
- Erik Rikkert, algemeen Directeur van Het St. Jansgasthuis in Weert
- Mariska Koster, medisch adviseur van Zilveren Kruis
- Douwe Plantinga, fiscalist bij Caraad en adviseur van Medisch Specialisten
- Leonard Hofstra, Cardiologie Centra Nederland
- Marcel Heldoorn, manager Digitale Zorg Patiëntenfederatie Nederland
- Bram ter Harmsel, bestuurslid Zelfstandige Klinieken Nederland en directeur/eigenaar Roosevelt Kliniek
- Arend Arends, Lid commissie Medisch Specialist 2025, geriater
Preventie
“De superieure dokter voorkomt de ziekte”, zo luidde de eerste stelling, ingediend door Hofstra. We moeten volgens hem veel meer focussen op preventie en gedrag om de zorgkosten in Nederland onder controle te houden. Huisarts Meijman vindt het een illusie dat preventie de oplossing is voor de stijgende zorgkosten. “Als je de ene ziekte voorkomt, krijgen mensen wel weer iets anders. Uiteindelijk moeten mensen ergens aan dood gaan.” Koster vindt dat de vraag hoe lang en hoeveel men doorbehandelt aan het einde van een leven vanuit kostenoogpunt inderdaad relevanter is. In het laatste levensjaar worden immers veruit de meeste kosten gemaakt. Ook Rudolphus denkt dat lifestyle pas op de zeer lange termijn in kosten scheelt. Maar natuurlijk, vinden alle deelnemers, is de waarde van een goede gezondheid niet in geld uit te drukken. Al is volgens Leonard het fitste land wel het welvarendst.
Kwaliteit
Hoe meet je kwaliteit? Een thema waar de eerstelijnszorgaanbieders al verhitte discussies over voerden en waar ook de tweede lijn niet echt uitkomt. Heldoorn van de patiëntenfederatie ziet dat het op Zorgkaart Nederland vooral over bejegening gaat. Volgens Rudolphus is dat niet de enige graadmeter maar is het de zorg niet gelukt om vast te leggen wat kwaliteit wel precies is. “We registreren ons suf”, zegt Koster, terwijl van de 4000 indicatoren er maar 1 procent gaat over de medische uitkomst. Toch zijn die andere ook belangrijk, vindt ze, want je kunt alleen verbeteren als je het proces hebt geregistreerd. Rikkert merkt op dat hij wel, net als veel ziekenhuizen, steeds selectiever wordt in wat hij registreert.
Zorgverzekeraars
Door een andere manier van financieren kunnen zorgverzekeraars wellicht een uitweg bieden uit de kwaliteit versus kosten spagaat. Rudolphus vindt dat de kwaliteit van de zorg pas omhoog kan (zonder dat de kosten oplopen) als de verzekeraars bereid zijn meerjarencontracten af te sluiten. Alleen dan kun je als ziekenhuis echt beleid maken. Ter Harmsel vindt dat alleen ziekenhuizen die openheid geven over kwaliteit die ze leveren meerjarencontracten zouden moeten krijgen. Koster, van verzekeraar Zilveren Kruist, gelooft echter niet in meerjarencontracten. Ze denkt ook dat kwaliteit niet duurder hoeft te zijn, juist niet. Kwaliteit is ook doelmatigheid en dat betekent minder kosten.
Zijn regiobudgetten dan een oplossing? De stelling van Rikkert luidt dat regiobudgetten noodzakelijk zijn voor ontschotting en innovatie. Maar volgens Koster zijn regiobudgetten een bureaucratische ramp in de uitwerking. Bundled payments vindt zij wel een goede optie.
Fiscaal ondernemer
De financiële structuur van een ziekenhuis zou ook de kwaliteit kunnen beïnvloeden. Volgens Plantinga willen medisch specialisten te graag fiscaal ondernemer zijn, omdat dat voor hun eigen portemonnee prettig is, ook als dat voor de patiënt en het ziekenhuis niet het beste is. Rudolphus is het daar totaal mee oneens: “Het maakt niet uit of een specialist vrijgevestigd is of in loondienst, het patiëntenbelang is bij elke medisch specialist leidend”. Hij denkt dat met de komst van het MSB de specialisten en de Raad van Bestuur meer dan vroeger met de maatschappen op een lijn staan. Dat brengt innovatie, ondernemerschap en daardoor meer kwaliteit.
Superspecialisatie
Een aspect van kwaliteit is de technische bekwaamheid van de medisch specialist. Die bekwaamheid is het hoogst bij specialisten die een bepaalde operatie of behandeling heel vaak gedaan hebben. Toch willen veel medisch specialisten behandelingen die ze zelden doen niet helemaal uit hun agenda schrappen. “Medisch specialisten laten zich te veel door eigenbelang leiden” is de prikkelende stelling van Koster daarover. De medisch specialist wil zijn werk interessant houden of een zekere mate van status handhaven maar dat is niet in het belang van de patiënt. Rikkert vindt het onterecht om medische specialisten sommige behandelingen niet meer te laten doen. Er zijn volgens hem manieren te bedenken, bijvoorbeeld door samenwerking van ziekenhuizen, waardoor specialisten genoeg uitdaging en ervaring houden. Arends vindt het een nadeel van superspecialisatie dat oudere mensen met meerdere aandoeningen steeds meer verschillende artsen zien.
Vrijwel alle aanwezigen zijn het eens met Arends stelling dat netwerkgeneeskunde de toekomst heeft. De zorg aan ouderen met multimorbiditeit moet door een generalist worden gecoördineerd met daaromheen een netwerk van specialisten over alle lijnen, inclusief de mantelzorg, heen. Binnen de netwerken kan digitale zorg een belangrijke rol spelen.
Digitaal
Wat kunnen digitale diensten bijdragen aan de betaalbaarheid en kwaliteit van de specialistische zorg? Heldoorn vindt het zonde van de tijd dat specialisten in het ziekenhuis vaak blanco beginnen terwijl patiënten thuis al veel informatie hadden kunnen invullen. Ook ouderen zijn al best digitaal, denkt hij.
Meijman vindt dat artsen betaald zouden moeten krijgen voor digitale diensten, de foute prikkel is nu dat het meer oplevert om de patiënt te laten komen. Maar soms moeten we dingen gewoon gaan doen en daarna praten over vergoeding, vindt Rikkert.
Reactie toevoegen