Minister Bruins: grotere zelfstandigheid voor mondhygiënisten
Met dit besluit worden zorgverleners ingezet waarvoor ze zijn opgeleid. Mondhygiënisten voor hun kennis van preventieve mondzorg en tandartsen krijgen zo meer ruimte voor zorg waar een academische opleiding voor nodig is: de meer complexe mondzorg. Het gaat vooralsnog om een tijdelijke zelfstandige bevoegdheid in de vorm van een experiment voor maximaal vijf jaar. Tijdens het experiment wordt onderzocht of deze taakherschikking inderdaad leidt tot betere inzet van de capaciteit van mondhygiënisten en tandartsen binnen hun vakgebied. De bedoeling is te starten met ingang van 1 januari 2020.
Te weinig van de grond
Minister Bruins: “Sinds 2002 is het boren van eerste gaatjes als laatste van de drie handelingen toegevoegd aan de opleiding Mondzorgkunde. Ik vind het logisch om mensen in te zetten waarvoor ze zijn opgeleid. Nu mag dat al in opdracht van een tandarts maar dat komt nog te weinig van de grond. Dat is zonde want we hebben iedereen nodig die is opgeleid binnen de mondzorg, van mondhygiënist tot tandarts”. De mogelijkheid om in opdracht van een tandarts deze behandelingen te verrichten blijft ook bestaan. De opdrachtgever is dan eindverantwoordelijk en tuchtrechtelijk aanspreekbaar op de kwaliteit van de zorg. Minister Bruins zal op korte termijn de algemene maatregel van bestuur voorhangen bij de Tweede en Eerste Kamer.
Reactie toevoegen