Meer patiënten maar omzet stijgt niet even hard mee

In een mondzorgpraktijk staat de patiënt natuurlijk centraal, een goede behandeling heeft de hoogste prioriteit. Maar een mondzorgpraktijk is ook een bedrijf dat een gezonde financiële balans moet houden om te investeren. Hoe vaak houdt de mondzorgondernemer zich met de financiën bezig, vroegen wij ons af.

Wie deden aan het onderzoek mee?

 226 respondenten vulden de enquête van 47 vragen in. Het moest iemand zijn die goed op de hoogte is van de bedrijfsvoering.

• 62 procent is man
• 80 procent is algemeen practicus en bijna 10 procent mondhygiënist (andere beroepen o.a. praktijkmanager, assistent, COO)
• 86 procent is de eigenaar van de praktijk
• 36 procent werkt langer dan 30 jaar in een mondzorgpraktijk, ongeveer 25 procent werkt er 11-20 of 21-30 jaar, 13 procent werkt er minder dan 10 jaar
• Hun praktijken hebben gemiddeld 5 stoelen
• 35 procent van hun praktijken biedt ook orthodontie en 37 procent implantologie
• Hun praktijken zijn redelijk evenredig verdeeld over het land

Ontwikkeling van de omzet

Tandartsen ten opzichte van vorig jaar

We vroegen de respondenten een vergelijking te maken met een jaar geleden. Kijkend naar patiëntenaantallen zien we een overwegend positieve ontwikkeling. Bij slechts 12,5 % van de praktijken is het aantal actieve patiënten gedaald en bij 47% van de tandartspraktijken is het toegenomen. Ook het aantal tandartspraktijken waar het aantal nieuwe patiënten per maand afnam is vrij gering (10 procent), terwijl 40% een stijging zag. Dit ligt voor de hand omdat de praktijken gemiddeld groter zijn, dan het NZa gemiddelde en veel oude éénmanspraktijken hun patiënten verkopen aan grotere.

Wat betreft de omzet is het beeld echter wat minder positief: nog steeds zien meer praktijken een stijging dan een daling, maar het verschil is veel kleiner: 29% van de tandartspraktijken zag een omzetdaling, 36% een stijging.  De omzet wordt dus minder vaak als stijgend en vaker als dalend gezien dan het aantal patiënten. Dat zou verklaard kunnen worden door de tariefsdaling van 6%, waardoor je meer patiënten of meer behandelingen nodig hebt voor dezelfde omzet.

Als we dieper in de cijfers duiken, zien we dat praktijken met 4 t/m 7 stoelen vaker een omzetgroei constateren en minder vaak een omzetafname dan de praktijken met 1 t/m 3 stoelen. De kleinere praktijken konden de tariefsdaling minder makkelijk compenseren met een patiëntentoename dan de grotere praktijken.

Bij mondhygiënisten is het beeld hetzelfde: de omzet staat iets meer onder druk dan de patiëntenaantallen. Aangezien 18 mondhygiënisten praktijken meededen, is dit niet representatief. 

Hoe hebben nieuwe patiënten u gevonden?

Bijna alle praktijken krijgen nieuwe patiënten door mond-tot-mondreclame, op korte afstand gevolgd door via internet. Een goede bedrijfswebsite is voor praktijken die op zoek zijn naar groei dus absoluut noodzakelijk. Instrumenten als Googleplus, Zorgkaart Nederland en Independer worden steeds belangrijker. Voor mondhygiënisten (niet meegenomen in dit diagram)  is verwijzing door een tandarts ook een belangrijke bron van patiënten.

Net iets meer dan de helft van de tandartspraktijken (56%) voert bewust marketingacties uit. De meest populaire marketingmiddelen zijn social media , adverteren en sponsoring. Vanaf 5 stoelen neemt de marketing door middel van folders en social media sterk toe, terwijl sponsoring bij praktijken van elke grootte evenredig voorkomt. Bij de praktijken die aangeven social media te gebruiken (ongeveer de helft) is Facebook veruit favoriet (ingezet door 40% van de respondenten), gevolgd door GooglePlus (20%). 

Kansen en uitdagingen

* Onder het kopje Anders, werden werkplezier en kwaliteit opvallend vaak genoemd.

We vroegen respondenten naar drie manieren waarop zij het afgelopen jaar hebben geprobeerd om kostenreductie of omzetverhoging te realiseren. De respondenten bleken iets meer in te zetten op omzetverhoging dan op kostenverlaging. Uitbreiding van het productaanbod wordt genoemd, meer patiënten werven en simpelweg harder werken (meer uren). Bij kostenbesparing wordt vooral kosten besparen door scherper inkopen genoemd, maar ook personeelskosten worden niet ontzien.

Nog maar weinig praktijken kopen materialen in China of andere lagelonenlanden om de kosten te drukken Minder dan 10% koopt hand- en hoekstukken of autoclaven in via China. Alleen tandtechniek mag met 17% op enige belangstelling rekenen. Ongeveer 40% van de respondenten koopt gezamenlijk in, vooral met de eigen kring. Andere opties die  vaker werden genoemd voor een beter bedrijfsresultaat: strakkere agendaplanning, avondopenstelling, reclame maken, patiënten actiever benaderen en een preventieassistente of mondhygiënist erbij. 

Pensioen

61 procent van de respondenten zegt zich geen zorgen te maken over zijn of haar pensioen. Maar tandartsen moeten wel bezig zijn met hun financiële positie na hun pensionering omdat ze geen pensioen (meer) opbouwen in een pensioenfonds. 

*Genoemd wordt vooral beleggen, vastgoed of een combinatie van mogelijkheden.

Nog een paar interessante uitkomsten:

• Werkweek : Bij alle respondenten, kleine of grote praktijk, tandarts of mondhygiënist, ziet de werkweek er ongeveer hetzelfde uit: ongeveer 32 uur per week aan de stoel en ruim 10 uur bezig met managementtaken.
• Praktijkmanagers: In de praktijk van 88 respondenten werken er 1 of meer praktijkmanagers.
• Advies: De accountant is de meest gebruikte adviseur (78%). 25% consulteert een financieel planner.
• Stress : 7,3% noemt zijn stressniveau extreem hoog. 33,7% is erg gestressed, 41% heeft een gemiddeld stressniveau en 18% heeft geen stress.
• Facturatie : de grootste groep respondenten (42%) is klant bij factoringbedrijf Infomedics. Ongeveer 20% factureert ook zelf en bij 23% van de praktijken rekent de patiënt ook direct af.
• Voldoening : eigen baas zijn geeft de deelnemers van dit onderzoek, naast het behandelen van patiënten, de meeste voldoening (67%)

Maaike Heijltjes en Alexander Tolmeijer