KNMT ontevreden over orthodontietarieven
Alle aangevoerde beroepsgronden zijn afgewezen. De KNMT is voor wat de tariefbeschikking betreft bestuursrechtelijk uitgeprocedeerd.
Het CBb legt het accent op het door de NZa gevoerde proces en niet op de inhoudelijke argumentatie van de NZa. Daarmee wordt het belangrijkste bezwaar - namelijk dat de NZa geen oog heeft voor het feit dat in de orthodontie meer uren worden gewerkt dan de norm die de NZa hanteert - naar het oordeel van de KNMT onvoldoende gewogen.
‘De NZa zet omzet af tegen de door haar gehanteerde norm en stelt op basis daarvan het tarief vast,’ zegt René Noverraz, voormalig voorzitter van de sectie orthodontie binnen de KNMT. ‘Dat is de beleidsvrijheid die de NZa binnen het huidige systeem heeft. Maar dit systeem en de daarbij behorende ruimte voor de NZa leiden ertoe dat in de orthodontie geen sprake mag zijn van loon naar werken. Ondernemerschap en een ondernemende attitude worden in onze zorg niet gehonoreerd.’
Noverraz: ‘Met name de afgelopen 4 jaar is binnen de orthodontie sprake van substantiële innovatie en zorgvernieuwing waardoor behandelingen beter aansluiten op de wensen en behoeften van de patiënt. De inhoud en kwaliteit van de geleverde zorg worden in de discussies over tarieven echter steevast buiten beschouwing gelaten. Dat is ronduit teleurstellend.’
Reactie toevoegen