'Inhoudelijke afspraken zorgakkoorden komen nauwelijks van de grond'

Dat meldt het Financieele Dagblad op basis van een rapport van de Algemene Rekenkamer.

Sinds 2011 maakt Schippers met verschillende sectoren afspraken over de beheersing van zorguitgaven. Zo kregen huisartsen, ziekenhuizen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg een maximale jaarlijkse omzetgroei opgelegd. Ook werden verschillende inhoudelijke afspraken gemaakt over onder andere het doelmatiger voorschrijven van medicijnen en het verschuiven van taken van de medisch specialist naar de huisarts. De verwachte besparing als gevolg van deze zorgakkoorden loopt op tot € 2,7 miljard in 2017, zo schrijft FD.

Zorgkosten stijgen minder snel

Een deel van de maatregelen lijkt effect te hebben, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de zorgakkoorden van 2012 tot en met 2015. De afgelopen drie jaar zijn de zorgkosten minder snel gestegen dan de vijftien jaar ervoor en de opgelegde omzetplafonds hebben hier ‘zeer waarschijnlijk’ aan bijgedragen, schrijft de Rekenkamer in het rapport. De afspraken zijn terug te zien in de contracten met zorgverzekeraars en de uitgaven blijven als gevolg hiervan in de meeste gevallen onder de plafonds.

Over de inhoudelijke afspraken is het oordeel van de Rekenkamer minder positief. ‘Bij de afspraken die wij bekeken hebben (...) was de voortgang moeizaam en het financiële effect tot dusverre beperkt’, is de conclusie. Zo wisten huisartsen en medisch specialisten niet de beoogde besparingen te realiseren door het gerichter voorschrijven van medicijnen.

Ook komt het overhevelen van zorg uit het ziekenhuis naar bijvoorbeeld de huisarts, de zogenoemde substitutie, nog nauwelijks tot stand. Probleem daarbij is volgens de Rekenkamer onder andere dat er in de zorgakkoorden met huisartsen wel ruimte is gemaakt om te groeien, maar over de afbouw van capaciteit in ziekenhuizen geen afspraken zijn gemaakt.

bron: Financieele Dagblad