Hoger beroep van Achmea tegen tandartsen uitgesteld
In 2014 kondigde Achmea aan een bedrag van in totaal 4 miljoen euro aan onrechmatige declaraties bij ruim duizend tandartsen te gaan terugvorderen. Ongeveer 200 tandartsen zijn met rechtsbijstand van de VvAA de juridische strijd met de verzekeraar aangegaan. In 2015 werden de tandartsen in het gelijk gesteld, waarop Achmea in hoger beroep ging. De uitspraak in dit hoger beroep werd op 1 augustus verwacht maar is uitgesteld naar 12 september.
Inzet van de rechtszaak is vooral de behandelcombinatie V21-V60. Volgens de VvAA was het voor de tandartsen onvoldoende duidelijk dat de behandelcombinatie vóór 8 mei 2013 niet was toegestaan. Daarmee kan een algemeen verbod op deze combinatie, in ieder geval vóór 8 mei 2013, niet worden aangenomen.
Voor de zaken die lopen bij bij VvAA Rechtsbijstand heeft Achmea aangegeven dat de incasso’s in afwachting van de procedure werden opgeschort. Wanneer ook het Hof oordeelt dat een algemeen verbod op de behandelcombinatie V21-V60, in ieder geval voor 8 mei 2013, niet kan worden aangenomen, zal voor de meeste tandartsen de vordering op de genoemde combinatie vervallen. Strikt genomen zou Achmea vervolgens nog wel in individuele kwesties kunnen gaan controleren of de behandeling bij een bepaalde patiënt op dat moment wel passend was, maar een dergelijke speurtocht lijkt, gelet ook op de jaren die inmiddels zijn verstreken, in de meeste gevallen weinig aannemelijk.
Reactie toevoegen