Goede praktijk: ‘Lichte traumazorg’ bij de huisarts scheelt de patiënt veel ongemak
De praktijk van huisarts Hans Arentsen en Karin Groeneveld is sinds 2012 onderdeel van het gezondheidscentrum Zorgplein Lemmer, gevestigd in de voormalige Rabobank van het dorp. De huisartsen delen het centrum met nog een huisartsenpraktijk en onder meer Fysio in Balans, Thuiszorg Zuidwest Friesland, een verloskundige praktijk, het Sociale Wijkteam Lemmer, Podotherapie en een röntgenafdeling van het Antonius Ziekenhuis in Sneek.
Ziekenhuizen in de regio liggen op zo’n 25 kilometer afstand, vertelt Arentsen. ‘Om die reden is bij de start van het gezondheidscentrum een röntgenafdeling van het Antonius ondergebracht in de oude kluis van de vroegere bank. Lemmer is geen welvarende gemeente, waardoor er nogal wat mensen zijn die geen eigen vervoer hebben. Voor hen is het dan prettig als de zorg dichtbij geregeld kan worden. Aanvankelijk was het plan dat ook een aantal specialisten spreekuur in het Zorgplein zouden houden, maar dat is nog niet gelukt.’
‘Hele dag onderweg’
‘De röntgenfoto’s worden door het ziekenhuis gemaakt en beoordeeld. Bij trauma’s was de afspraak dat als er een fractuur zichtbaar was, de patiënt verwezen werd naar de spoedeisende hulp van het Antonius. Dan zagen we die patiënt niet meer en kwam deze aan het eind van de middag terug met een mitella. Ze waren dan de hele dag onderweg geweest, hadden uren in de wachtkamer gezeten en uiteindelijk hadden ze gewoon een mitella gekregen.’
In 2012 ging Arentsen in gesprek met chirurgen over de vraag of die gang van zaken ook anders zou kunnen. ‘Zijn er afwijkingen waarvan de chirurgen zelf ook zeggen: dat zou de huisarts eigenlijk ook goed kunnen doen? Toen bleek dat zij het wel zagen zitten om een lijst samen te stellen van verrichtingen die wij kunnen doen. Ze stelden als voorwaarde dat wij een cursus bij hen zouden volgen. In de praktijk is het zo dat we eerst met de specialist overleggen over de röntgenfoto en de patiënt. Via een meekijkconsult nemen we dan samen de beslissing welke gevallen wij als huisarts uitvoeren.’
Arentsen wilde ook de verzekeraar betrekken en een wetenschappelijk onderzoek aan het project koppelen. ‘Ik was al aangesloten bij AHON, het onderzoeksnetwerk van Huisartsengeneeskunde bij de Rijksuniversiteit Groningen. Ze bleken ook belangstelling te hebben voor deze vorm van substitutie en reageerden enthousiast toen ik ze vroeg om onderzoek te doen. Ook de verzekeraar keek graag mee bij het pilotproject. Ze wilden wel het bewijs geleverd zien dat een bepaalde vorm van substitutie in de zorg besparingen oplevert. In het onderzoek zouden we drie punten bekijken. Het eerste is kwaliteit: is de geboden kwaliteit in de eerste en tweede lijn vergelijkbaar? En verder: wat vindt de patiënt van deze zorg? Tenslotte de vraag welke kostenbesparing het oplevert.’
Arentsen en zijn collega Breet deden vervolgens een training bij de gipsverbandmeester van het ziekenhuis. ‘Het is leuk om gipsmaterialen zelf in de praktijk te hebben en die ook aan te kunnen brengen als iemand een gebroken pols of een gebroken voet heeft. Het gaat dan met name om fracturen van de pols, de middenhandsbeentjes, het middenvoetsbeentje, tenen, vingers, enkelverstuikingen en soms ook gebroken enkels.’
‘Pilot toch gelukt’
De huisartsen begonnen in 2017 met de lichte traumazorg. ‘Patiënten reageerden enthousiast. Ze vinden het wel fijn om te horen dat ze ook bij de huisarts behandeld kunnen worden.’ Intussen moest de Medisch Ethische Toetsingscommissie nog wel haar goedkeuring geven voor het onderzoek. ‘Het eerste onderzoeksprotocol werd afgekeurd. En toen moest er een nieuw protocol komen en dat heeft een poosje geduurd. Uiteindelijk is eind 2017 de studie gestart.’ Voor het onderzoek krijgt de patiënt na één, zes en twaalf weken vragenlijsten toegestuurd. Arentsen verwacht dat het nog een jaar duurt om van voldoende vragenlijsten binnen te hebben, om conclusies uit het onderzoek te kunnen trekken.
‘Als arts vind ik het leuk om te weten wat ik doe in de praktijk, of dat de patiënt ook helpt. Het is ontzettend fijn, dat het toch gelukt is om de pilot samen met het ziekenhuis en de burger voor elkaar te krijgen. Het is huisartsenzorg, dus het valt niet onder het eigen risico. Het scheelt de mensen dus ook kosten. En het scheelt ze een stuk ongemak.’ Hoeveel kosten de behandeling in de huisartsenpraktijk bespaart, kan Arentsen niet zeggen. ‘Ik weet niet precies wat de behandeling op SEH in het ziekenhuis kost. De patiënt wordt daar gezien door de specialist, er worden foto’s gemaakt en gips aangelegd. Ik vermoed dat het alles bij elkaar boven het eigen risico zit.’
‘Substitutie van andere specialismen’
Ook zijn de huisartsen in de regio Heerenveen in gesprek over meekijkconsulten met andere specialisten. ‘Voor drie specialismen is dat inmiddels gelukt: KNO, gynaecologie en kindergeneeskunde. De specialist bekijkt de patiënt dan in een meekijkconsult, zonder dat de patiënt helemaal door de molen van het ziekenhuis heen gaat. Ook een gevolg van dit onderzoek kan zijn het integreren van de avond-, nacht- en weekendzorg, de zorg van de huisartsenposten en de spoedeisende hulp. Dit zou er toe kunnen leiden dat je ook bij een huisartsenpost deze zorg kunt aanbieden, als je röntgenfoto’s kunt maken en een traumabehandeling kunt uitvoeren. In dunbevolkte regio’s, waar ook ziekenhuizen gesloten worden, kan dit soort substitutie een alternatief zijn voor ziekenhuiszorg.’
Verder lezen: De Ontmoeting: Hans Arentsen en Zorgplein Lemmer
Ook een 'goede praktijk' delen?
Stuur een mail naar Martin Zuithof, hoofdredacteur MedischOndernemen, martin@medischondernemen.nl. MedischOndernemen zoekt eerstelijns zorgondernemers en praktijkmanagers die willen schrijven en/of vertellen over ondernemen in de zorg, samenwerken en innoveren. We willen lezers inspireren met kwalitatieve verhalen over vernieuwende projecten, ondernemerschap, multidisciplinaire samenwerking en bedrijfsvoering. Lees hier meer.
Reactie toevoegen