Geef uw medewerkers de ruimte
We zitten op een kantelpunt. Honderd jaar geleden was arbeid heel kapitaalintensief en waren mensen slecht opgeleid. Toen werkte een top-down, hiërarchische manier van leidinggeven goed voor een organisatie. Maar dat is nu totaal omgeslagen. Het werk is kennisintensief en mensen zijn het kapitaal van de organisatie. Een organisatie kan in deze tijd alleen succesvol kan zijn als de capaciteiten van de mensen die er werken optimaal benut worden.
Hiërarchie verstopt de organisatie; een werknemer die alles moet voorleggen aan zijn manager, maakt geen grote stappen. Als al het werk in de praktijk is dichtgetimmerd met regels en procedures en de werknemer geen ruimte krijgt om zelf te denken, schakelt hij zijn denkkracht uit bij de deur. In de huidige tijd moet u als praktijkhouder en -manager de denkkracht die u tot uw beschikking heeft volledig benutten om mee te kunnen met alle veranderingen. De ontwikkelingen gaan te snel als u niet de capaciteit en creativiteit van alle mensen gebruikt.
Tips voor managers
Om de capaciteiten van uw medewerkers volledig te benutten moet u ze de ruimte geven om zelf verantwoordelijkheid en initiatief te nemen en daadwerkelijk als professional te werken. Zelforganisatie en zelfsturing zijn de kernwoorden van innovatief organiseren.
Hoe kunt u dit als leidinggevende vorm geven?
- Delegeer niet alleen werk, maar ook vertrouwen. Schrijf niet tot in de detail voor hoe het werk gedaan moet worden, maar geef ruimte. Als het dan niet precies gaat, zoals u dat wil, moet u dat wel accepteren. Het gaat om het eindresultaat.
- Als er iets mis gaat, laat medewerkers dan zelf bedenken hoe het beter kan. Grijp niet te snel in, tenzij er dingen mis kunnen gaan die schadelijk zijn voor patiënten natuurlijk. Anders ontzegt u de medewerkers een leermoment.
- Laat collega’s zoveel mogelijk hun werk met elkaar organiseren. Denk bijvoorbeeld aan het maken van een werkplanning maar ook aan kennisontwikkeling.
- Stimuleer reflectie op het werk en collegiale intervisie, binnen en buiten de eigen praktijk.
- Vraag je als manager bij alles af: moet ik dat echt zelf doen? Of kunnen ze het ook zelf.
- Geef continue feedback: blijf steeds met elkaar in gesprek. Het is absurd om slechts twee keer per jaar te evalueren. Organiseer ook de feedback vanuit klanten.
- Bekijk wie er binnen uw praktijk het meest geschikt is voor deze coachende manier van leidinggeven. Misschien bent u dat wel niet maar is één van uw collega’s beter geschikt.
Natuurlijk moet u kaders stellen, maar die kunnen veel ruimer zijn dan de meeste managers nu denken.
Medewerkers vasthouden
Als praktijkhouder en –praktijkmanager bent u afhankelijk van de kwaliteit van uw medewerkers. Het is dus heel belangrijk om goede mensen te vinden en te binden. Hoe doet u dat? Wat willen medewerkers?
- Medewerkers willen dat hun werk betekenis heeft. Met elkaar kun je in een praktijk benoemen wat de kernwaarden zijn van de praktijk. Dat moet u niet als praktijkhouder of – manager van bovenaf willen opleggen, de praktijk is van alle medewerkers. Het is belangrijk om deze waarden en de toepassing daarvan in de praktijk regelmatig te bespreken om ze levend te houden.
- Medewerkers willen zoveel mogelijk autonomie; ze willen ruimte om zelf dingen te beslissen. Ze willen niet meer werken in een organisatie waarin de baas de hele tijd zegt wat ze moeten doen. Dat geldt zeker voor de nieuwe generatie die nu op de arbeidsmarkt komt. Voor een deel zijn protocollen onvermijdelijk, maar u kunt waarschijnlijk meer ruimte en eigen verantwoordelijkheid geven dan u denkt.
- Medewerkers willen het gevoel hebben dat ze goed in hun vak zijn en daarin gewaardeerd worden. Men wil een vakman of vakvrouw zijn en zich kunnen ontwikkelen.
Voor iedereen?
Veel mensen vragen zich af of elke medewerker dit soort vrijheid en zelfsturing aankan. Uit onderzoek blijkt dat deze manier van leidinggeven het beste past bij hoogopgeleiden omdat zij het meest in staat zijn tot zelfreflectie. Toch zijn er ook goede voorbeelden van zelforganisatie bij lager opgeleiden. Van mensen die al twintig jaar top-down leiding krijgen, kun je natuurlijk niet verwachten dat ze het ineens zelf kunnen. Sommige mensen vinden het wellicht fijn om sturing te krijgen. Maar echt veel keuze heb je als werkgever niet als je de veranderingen om je heen wilt volgen. Je moet je verantwoordelijkheid als werkgever nemen om mensen vitaal en in beweging te houden. Ze moeten accepteren dat de wereld verandert.
Klein beginnen
Natuurlijk kunt u uw praktijk niet van de ene op de andere dag totaal anders gaan managen en organiseren. Een goed startpunt is een gezamenlijke discussie over de normen en waarden van de praktijk. Als u die heeft vastgesteld, kunt u aan de medewerkers vragen welke onderdelen van het werk ze graag als eerste zouden aanpakken. Wat is voor hen belangrijk? Het dagrooster? De telefonische bereikbaarheid? Mensen kunnen dan zelf verantwoordelijkheid nemen voor het geselecteerde onderdeel. Geef hen vervolgens een paar weken de tijd om dit zelf aan te pakken en evalueer. Zo kunt u de organisatie en cultuur van uw praktijk stap voor stap veranderen.
Boekentips:
- ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’ van Mathieu Weggeman
- ‘Drive’ van Daniel Pink
- ‘Verdraaide organisaties’ van Wouter Hart
Eric Alkemade ( ericalkemade@gmail.com ) is zelfstandig organisatieadviseur, hoofdredacteur van www.innovatieforganiseren.nl en auteur van de boekenreeks Innovatief organiseren.
Reactie toevoegen