Eindejaarstips van Van Ree Accountants - deel 2
5. Welke beloning voor meewerkende partner?
Is uw partner niet bij u in loondienst, maar werkt hij of zij wel mee in het bedrijf, dan kunt u hiermee fiscaal rekening houden. U kunt kiezen voor de meewerkaftrek, een percentage van de winst dat afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren. U kunt echter ook kiezen voor de arbeidsbeloning. Dit moet een reëel uurloon zijn voor de verrichte werkzaamheden en dient in een jaar minimaal € 5.000 te bedragen.
Let op!
De meewerkaftrek heeft geen gevolgen voor het inkomen van uw partner. De arbeidsbeloning wel, want uw partner wordt hier zelf voor belast en betaalt hier ook premies Zvw over. Bereken wat voor u de voordeligste optie is en pas deze toe. U mag jaarlijks voor een andere beloningsvorm kiezen als u dat wilt. Zorg wel dat u een eventuele meewerkbeloning schriftelijk vastlegt en ook daadwerkelijk betaalt. Voor de meewerkaftrek is dat niet nodig.
6. Deel de bijtelling met uw partner
Werkt uw partner mee in uw onderneming en valt hij of zij in een lagere belastingschijf? Deel de bijtelling voor de auto dan met uw partner. Valt uw inkomen in de hoogste schijf (51,95%) en dat van uw partner in schijf 2 of 3 (40,85%), dan heeft u bijvoorbeeld bij een auto met een cataloguswaarde van € 40.000 en 22% bijtelling samen een voordeel van € 420.
Let op!
Een verdeling is fiscaal aanvaardbaar als aannemelijk is dat uw partner de auto ook gebruikt voor de werkzaamheden in het bedrijf.
7. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
Met betrekking tot uw aanslag inkomstenbelasting 2018 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2019 een rente van 4%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met het huidige rendement op een spaarrekening. Voorkom dat u deze hoge rente verschuldigd wordt en controleer of uw voorlopige aanslag 2018 juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.
Tip:
Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als uw voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kunt u niet meer ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag.
8. Dividend vóór 2020 uitkeren?
Het tarief van de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) gaat in 2020 omhoog van 25 naar 26,25%. Vanaf 2021 geldt een verdere verhoging naar 26,9%. Het kan daarom lonend zijn een eventuele dividenduitkering vóór 2020 te laten plaatsvinden, als u deze uitkering consumptief gebruikt of voor het aflossen van een excessieve lening bij uw bv.
Gebruikt u het uitgekeerde dividend niet voor een van deze doelen, dan behoort het tot uw privévermogen en wordt het belast in box 3. Of dit aantrekkelijk is, hangt onder meer af van de vraag of u spaart of belegt in box 3, wat dan het behaalde rendement is en hoeveel belasting u hierover betaalt. Dit is weer afhankelijk van de omvang van uw vermogen in box 3. Met name als u weinig rendement verwacht omdat u met uw vermogen weinig risico wilt nemen én als u over veel vermogen beschikt, is sparen of beleggen in de bv meestal voordeliger.
Tip:
Dividend uitkeren om louter belasting in box 2 te besparen, is vaak niet aan te raden. Dat wordt anders als het rendement toeneemt dan wel u over weinig vermogen in privé beschikt.
De eerste 4 tips gemist? Lees terug op MedischOndernemen.nl!
Voor meer tips kunt u terecht op www.vanreeaccountants.nl/nieuwslezer/doe-uw-voordeel-met-de-eindejaarstips-2018
C. Jansen MB RB, belastingadviseur en directeur bij Van Ree Accountants / accountants in de zorg
Reactie toevoegen