Do’s en don’ts bij inspectiebezoek
“Om je als praktijkhouder goed voor te kunnen bereiden op een eventueel bezoek, is het essentieel om te weten in welke gevallen de Inspectie op bezoek komt. Dit gebeurt namelijk niet willekeurig en vaak ook onaangekondigd”, legt Van der Ven uit.
“Er zijn twee verschillende soorten toezicht: een bezoek vanuit risicogestuurd toezicht en een bezoek vanuit incidententoezicht”, vervolgt ze. “Het risicotoezicht vloeit vaak voort uit een samenspel van verschillende interne en externe gegevensanalyses, waarin de Inspectie aanleiding ziet om op bezoek te gaan. Het incidententoezicht kan het resultaat zijn van meldingen bij het Landelijk Meldpunt Zorg door patiënten, bijvoorbeeld over de kwaliteit van zorg of zorgverlener. Dat gebeurt in één op de vijf gevallen. Het is dan aan de Inspectie om te bepalen of het noodzakelijk is om een bezoek te brengen aan de desbetreffende praktijk”.
Als de Inspectie inderdaad langskomt, is het volgens Van der Ven belangrijk dat iedereen in de praktijk weet hoe te handelen. Wie begeleidt de Inspectie tijdens de rondgang, wie beantwoordt de vragen? “Het is handig om je te verdiepen in de bevoegdheden van de Inspectie. Op die manier weet je precies waar je wel of niet aan hoeft mee te werken. En als de Inspectie na afloop van het bezoek een rapport toezendt, is het eveneens handig om te weten welke rechten en plichten je hebt. “Tijdens mijn workshop staan de do’s en don’ts ten aanzien van het bezoek van de inspectie centraal.”
Reactie toevoegen