De huisarts als zorgmanager: patiënt op de tweede plaats
Zo vertelt hij in Trouw.
Steeds meer taken worden overgenomen door praktijkondersteuners. Zo zijn deze verpleegkundigen verantwoordelijk voor de zorg voor diabetespatiënten. Ook hart- en longpatiënten kunnen in eerste instantie bij de ondersteuner terecht. Verder nemen doktersassistenten de arts veel zorg uit handen. Stipte hij eerder nog wel eens zelf een wratje aan, nu doen de assistenten dat.
Dat heeft een groot voordeel. De huisarts heeft nu meer tijd voor patiënten die zijn hulp echt nodig hebben. De Kanter heeft vijf patiënten per uur, waar dat er eerder zes waren. Maar nadelen zijn er ook. Al die praktijkondersteuners en assistenten moeten worden gemanaged. Er is veel meer administratief werk dat tijd kost. Bovendien moet er meer overlegd worden met andere organisaties, zoals ziekenhuizen, apothekers en maatschappelijk werk.
De Kanter: ‘Vorig jaar werkte ik anderhalve dag per week aan onder meer dat soort zaken, die niet om direct patiëntencontact gingen.’ Daarnaast is de tijd per patiënt nog steeds te kort doordat de meer complexe problematiek overblijft voor de arts. 12 minuten per patiënt is dan te weinig zeker gezien alle bijkomende overlegjes. ‘Dat schoot er vaak bij in, moest na vijf uur. Op een gegeven moment was het normaal geworden dat ik werkte van half acht in de ochtend tot zeven uur in de avond.’
De Kanter kreeg daardoor een burn-out. Hij ziet zichzelf niet terugkeren in zijn oude baan. ‘Misschien alleen op een plek waarin ik alleen patiëntencontact heb. En het liefst met meer tijd per patiënt.’ Hij is overigens niet de enige die er zo over denkt. Zo’n 60 procent van de Nederlandse huisartsen ondertekende onlangs het Manifest Bezorgde Huisarts. In het manifest protesteren de huisartsen onder meer tegen de machtspositie van de grote zorgverzekeraars en klagen ze dat ze te veel tijd moeten besteden aan administratie, waardoor de zorg erbij inschiet.
Reactie toevoegen