Dag van de Praktijkmanager: ‘Binnen de privacywet AVG mag juist heel veel’
Dagvoorzitter Charlotte van den Wall Bake opent de dag met de warming up, met onder meer een symbolische potje breiwol gooien. Alle praktijkmanagers mogen gaan staan en vertellen waar ze vandaan komen. De helft van de praktijkmanagers werkt bij tandartspraktijken, zo blijkt, en een derde is in dienst bij huisartsenpraktijken.
Charlotte benadrukt het belang van verbinden binnen de beroepsgroep en geeft het woord aan vertegenwoordigers van de beroepsvereniging NVvPM (praktijkmanagers in de huisartsenzorg). Voorzitter Imke Hornix legt uit waarom het belangrijk is dat de praktijkmanagers zich organiseren. ‘Een grote stap is dat onlangs het functieprofiel praktijkmanager in de CAO Huisartsenzorg is opgenomen. Samen kunnen we er ook voor zorgen dat het beroep in het kwaliteitsregister komt. Het is een aanwinst om daar in staan om op de hoogte te blijven en mee te gaan met de tijd.’
‘Ontzettende fan van de AVG’
Keynotespreker Jolanda van Boven is juriste, gespecialiseerd in gezondheidsrecht en privacywetgeving. Ze vertelt wat er komt kijken bij multidisciplinair samenwerken nu de nieuwe privacywet Algemene verordening gegevensverwerking (AVG) sinds 2018 van kracht is. Ze vertelt dat ze een ‘ontzettende fan’ van de AVG is en gaat in op dilemma’s die met deze wet in de hand kunnen worden beantwoord. ‘Veel mensen denken dat er steeds minder mag, maar er mag juist heel veel. Als de verwerking van persoonsgegevens maar ten dienste van de mens staat.’
Van Boven begint met de algemene vraag: ‘Wanneer zou u info over patiënt mogen delen?’ Het antwoord geeft ze ook: ‘Dat mag als dat de kwaliteit van dienstverlening ten dienste staat. Dat mag ook van de AVG: je mag informatie delen met zorgverleners, maar dat moet je dan wel kunnen benoemen. Daarbij is de wil van patiënt leidend. Je deelt namelijk informatie om een doel te bereiken. Dan moet je ook samenwerking zo inrichten dat de informatiedeling goed loopt. De verantwoordelijkheden moeten goed worden belegd.’
'Behandelen zonder dossier?'
Vervolgens gaat Van Boven in op een reeks dilemma’s. ‘De eerste is de vraag: mag een patiënt eisen dat u hem of haar zonder dossier in behandeling neemt? De patiënt wil dat met een frisse blik naar hem of haar gekeken wordt. Dat mag hij/zij eisen, maar u mag ook besluiten hem of haar dan niet in behandeling te nemen. U mag zeggen: we kunnen u alleen aannemen als u uw gegevens meeneemt.’
De volgende vraag: is het dossier van de patiënt? Van Boven: ‘Volgens de AVG is dat niet zo. Het dossier is van de praktijk: degene die het opstelt, is ook verantwoordelijk voor de veiligheid ervan. De patiënt heeft wel medebeheerrecht.’ En hoe zit het dan met inzagerecht? ‘Inzagerecht betekent niet dat je a la minuut inzage in alles hoeft te geven. Dat mag ook een moment zijn waar de arts uitleg kan geven. Je moet dus als praktijk beleid maken over dat inzagerecht.’
'Livestreamen zonder toestemming?'
Andere dilemma’s die Van Boven aansnijdt, zijn het telefonisch informatie verstrekken aan derden en het maken van opnames voor sociale media door de patiënt. ‘Iemand belt en zegt: Ik zou graag mijn man ophalen. Is hij nog in de praktijk? Mag je dat zeggen? Jij als baliemedewerker of praktijkmanager mag gewoon vragen beantwoorden, en bent niet verantwoordelijk voor de gevolgen ervan.’ En mag de patiënt livestream opnames maken voor Facebook Live? ‘Nee’, legt Van Boven uit. ‘Dat is geen recht van de patiënt, want ook de persoonsgegevens van de professionals mogen beschermd worden. Het is verstandig om daar eenduidig beleid op te maken.’
Reactie toevoegen