Amsterdamse huisartsen krijgen hulp bij samenwerking in de wijk
De vraag voor ondersteuning kwam van de Amsterdamse huisartsen zelf: "We moeten zoveel in de wijk, zoveel bijeenkomsten, zoveel overleggen, kan iemand ons daar niet bij helpen?" Multidisciplinaire samenwerking op wijkniveau wordt steeds belangrijker: mensen blijven langer thuis wonen, de zorg wordt complexer en zorg op maat vraagt om domeinoverstijgende samenwerking. Maar voor de vele zelfstandige huisartsenpraktijken is het lastig om afspraken te maken met alle partijen in de wijk. Zorggroep ROHA, waarvan 186 huisartsen lid zijn, biedt sinds ruim een jaar ondersteuning.
Regelzaken uit handen nemen
Inmiddels is er in tien wijken een ondersteuner actief, in totaal voor ongeveer 120 huisartsen. Wat doet zo'n ondersteuner dan precies? " Ze faciliteren vooral", vertelt Willemien Rietman, coördinator van de wijkgroep ondersteuners van ROHA. “Ze nemen de huisartsen praktische regel zaken uit handen. Zo organiseren ze de bijeenkomsten waar andere zorgaanbieders langskomen om, heel efficiënt, met alle huisartsen tegelijk afspraken te maken. Denk bijvoorbeeld aan een ouder-kind-team of een thuiszorgorganisatie. Ze stellen de agenda op , regelen een zaaltje, maken het verslag en stellen een jaarplanning op. De wijkgroep ondersteuner zorgt er ook voor dat de afspraken na een jaar weer terug op de agenda komen om geëvalueerd te worden. Als een wijkgroep goed loopt, kan de ondersteuner ook namens de huisartsen contacten leggen met andere zorgaanbieders in de wijk."
Een coördinerend wijkgroepondersteuner werkt gemiddeld twee tot vier uur per week voor een huisartsen wijk groep. Hoe vaak de wijkgroepen bij elkaar komen verschilt. Het kan tien keer per jaar zijn, maar ook zes keer. Vaak wordt het gekoppeld aan het bespreken van spiegelinformatie of een FTO of DTO. Wat is er nodig voor een stevige, goed functionerende wijkgroep? Rietman: “Er moet een goede basis zijn van onderling vertrouwen. Verder moet de groep gezamenlijk op een goede manier besluiten kunnen maken. Vaak zijn het de ‘oude’ hagro’s die nog steeds bij elkaar komen, maar de structuur en ondersteuning ontbreekt om alle verschillende overleggen en vertegenwoordigingen op elkaar af te stemmen. Daar helpen wij bij.”
Aanspreekpunt op stedelijk niveau
Ook voor de relatie met partijen buiten de wijk zijn de wijkgroepen handig, vertelt Marianne Bramson, directeur van ROHA. “Op het moment dat een zorgverzekeraar, maar ook medisch specialisten, wetenschappers en aanbieders van innovatieve producten, afspraken willen maken met ROHA weet ROHA de huisartsen vertegenwoordigd in wijkgroepen makkelijk te vinden. Deze wijkgroep kan op zijn beurt weer inhoudelijk overleg plegen over o.a. modules, substitutieprojecten en innovatie en hier meedenken over afspraken die ROHA maakt. Ook kan elke wijkgroep één huisarts afvaardigen naar belangrijke bijeenkomsten zoals de ALV van de zorggroep. Dat scheelt de huisarts weer tijd."
Omdat de organisatie van de eerstelijnszorg snel verandert, is een stevige organisatie op wijkniveau volgens Bramson extra belangrijk. "We werken met onze collega - zorggroepen aan een één stedelijke alliantie voor de regio Amsterdam die gesprekspartner kan zijn voor bijvoorbeeld de gemeente en de ziekenhuizen en die op stedelijke thema’s beleid ontwikkelt. Binnen deze alliantie zullen misschien wel sub organisaties als de huidige zorggroepen blijven bestaan maar juist de schaal van de wijk is bepalend voor zorg op maat. Het is belangrijk dat de huisartsen in een wijk goed als groep aanspreekbaar zijn."
Financiering
De wijkgroepondersteuner wordt nu betaald uit de overhead van de zorggroep. Het was niet de aanleiding , maar de organisatie op wijkniveau sluit natuurlijk ook goed aan op de nieuwe O&I-financiering waarin de wijk een van de vier niveaus is. Hoewel, eigenlijk zit de coördinerende wijkgroepondersteune r tussen het praktijk- en het wijkniveau in, denkt Bramson. “De wijk is echt multidisciplinair, bij ons is de basis een monodisciplinaire groep, al gaat het wel om het faciliteren van de multidisciplinaire samenwerking.” Hoe de relatie tussen praktijk en wijk en de verdeling van de O&I gelden precies gaat uitpakken, is nog afwachten.
Uitdagingen
Nog niet elke vacature voor coördinerend wijkgroepondersteuner is vervuld, het blijkt best moeilijk om geschikte mensen te vinden. Rietman : “Het moet iemand zijn met flink wat ervaring die liefst de wijk al kent. Een praktijkmanager van een praktijk in de wijk die een paar uren over heeft, dat is eigenlijk ideaal."
Een andere uitdaging is om huisartsen betrokken en enthousiast te houden. Bramson: "Als mensen te veel wegblijven houdt het op. Er moet een belang gevoeld worden om bij elkaar te blijven komen. Mogelijk moet je spelregels met elkaar afspreken, bijvoorbeel d over aanwezigheid en het besluitvormingsproces. Aan de andere ka nt wil je niet te veel regels opstellen, het gaat maar om een groepje van gemiddeld tien mensen. De juiste balans daarin vinden: dat is de kunst."
Tips voor het opzetten van wijkgroepen
- Leg geen blauwdruk op, maar laat de groep bepalen welke gemeenschappelijke belangen ze in de wijk met elkaar willen behartigen.
- Begin bij afspraken die ze toch moeten maken, bijvoorbeeld in het kader van FTO of praktijkaccreditatie.
- Begin met een inventarisatie van de huidige overlegvormen waar iedere lid van de wijkgroep aan deelneemt. Bepaal welke overleggen kunnen worden samengevoegd en opgenomen in een jaaragenda.
- Leg voor een jaar de overlegmomenten, tijd en onderwerpen vast.
- Maak afspraken over af- en aanwezigheid en de voorbereiding van bijeenkomsten.
Maaike Heijltjes
Reactie toevoegen