Nieuw lid Tamara Vriend: ‘Ik zoek een sparringpartner’
Kun je iets vertellen over je werkplek?
‘Bij ons is het Triagecentrum losgekoppeld van de huisartsenpost. Dit centrum is het eerste aanspreekpunt voor de patiënten. Er zitten triagisten aan de telefoon die beoordelen welke zorg, op welk moment en door welke zorgverlener noodzakelijk is.’
’Ik geef leiding aan de groep van ongeveer 170 medisch studenten die bij ons werken als junior triagist, visitecoördinator of NAW’er (doet een ABCD check en noteert de NAW-gegevens, red.) werken. Daarnaast werken er op het triagecentrum nog ongeveer zestig triagisten, dit zijn voornamelijk doktersassistenten en verpleegkundigen. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het leercentrum, waarin alle opleidingen voor de triagisten en studenten zijn ondergebracht.’
Hoe ben je locatiemanager geworden?
‘Ik werk al heel lang in de zorg. Ik heb onder meer verpleegkunde en verloskunde gestudeerd, maar dat beviel me uiteindelijk niet goed. Daarnaast heb ik in de eerste lijn ook als praktijkondersteuner gewerkt. Tijdens mijn studies werkte ik sinds 2003 al op diverse huisartsenposten. Ik kreeg naast mijn rol al triagist steeds meer taken en verantwoordelijkheden toebedeeld en ben zo in deze functie gegroeid.’
‘Huisartsenpost Oost-Brabant is een grote organisatie, de grootste huisartsenpost van ons land, die een stuk platter is gemaakt. Er zijn enkele managementlagen tussenuit gehaald, waardoor ik meer verantwoordelijkheden heb gekregen en ook meer werkplezier. Ik mag een eigen visie ontwikkelen en in de praktijk uitvoeren en daarnaast leuke projecten oppakken. Ik vind mijn werk heel dynamisch.’
Hoe beïnvloedt de coronacrisis je werk?
‘Corona heeft een aantal ontwikkelingen versneld in gang gezet, zoals bijvoorbeeld het beeldbellen. Sommige medewerkers en huisartsen waren daar faliekant op tegen, maar nu wordt het toch in steeds grotere mate ingezet en blijkt het heel goed te werken. Het blijkt een grote toevoeging om extra consulten op de post te voorkomen. Hierdoor houden we de drukte beter onder controle.’
‘We gebruiken het beeldbellen daarnaast ook voor de telefonische triage. Zo kunnen de triagisten in geval van twijfel toch beter beoordelen of iemand naar de post moet komen of niet. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld het zien hoe benauwd een patiënt is, de ademhaling tellen, huiduitslag, vlekjes of een kindje met koorts. We hebben hierbij de medewerkers de keuze gelaten of ze dit willen doen of niet. Niet elke triagist wil dit fysieke patiëntencontact via het beeldbellen; zij zijn echter zelf niet zichtbaar, dus de privacy van de medewerkers blijft ten alle tijden gewaarborgd. We hebben hiervoor wel extra scholing aangeboden aan degenen die dat wilden.’
‘Oog houden voor mijn team vind ik heel belangrijk nu. Het is een groot team, iedereen werkt op wisselende tijden en daardoor zie ik als ik er ben niet alle medewerkers. Ik ben geen onderdeel van het primaire proces en wij hebben intern de afspraak gemaakt dat ik als manager zo min mogelijk fysiek aanwezig ben. Hoe zorg ik dan dat ze niet omvallen, hoe hou ik op deze manier toch de binding met mijn team? Soms maken medewerkers aan de telefoon heftige casussen mee en dan neem ik uiteraard direct contact op of ga ik er toch even heen. Ik blijf laagdrempelig bereikbaar. We proberen gezamenlijk heel creatief te zijn via teams, fysiek in kleine groepjes samen, zoom, mail, app, challenges et cetra.’
‘De medische studenten vragen daarnaast ook hun speciale aandacht. Hun focus ligt voornamelijk bij het worden van een goede dokter, maar hun studie staat nu op een laag pitje door corona. Soms wordt er extra van hen verwacht vanuit thuisonderwijs, omdat de instelling denkt dat ze daarnaast geen andere verplichtingen hebben. Hun coschappen worden uitgesteld en wij verwachten dat ze gewoon blijven werken, dat veroorzaakt veel stress. Ik merk dat de druk in deze groep heel hoog is.’
Wat doe je nog meer behalve leidinggeven aan het team?
‘In de spoedzorg zijn allerlei ontwikkelingen gaande. Wij willen als triagecentrum graag uitgroeien tot een zorgcoördinatiecentrum. Dit betekent onder andere intensiever samenwerken met de meldkamer, de GGZ en de thuiszorg. Met twee verschillende thuiszorgorganisaties heb ik onlangs gesprekken gevoerd en bekeken of en hoe het mogelijk is dat hun medewerkers worden ingezet bij bepaalde visites, denk aan bijvoorbeeld het verwisselen van een catheter of wondzorg, dit zijn situaties waar een huisarts niet direct noodzakelijk is. We zetten het nu in en merken dat dit heel goed werkt.‘
Waarom ben je lid geworden van het PraktijkmanagersNetwerk?
‘Ik ben lid geworden omdat ik denk dat je over dezelfde competenties moet beschikken als een praktijkmanager in de huisartsenzorg, mondzorg of fysiotherapie. Daarin zit veel overlap. Ik denk dat we tegen dezelfde problemen aanlopen. Ik ben soms nog zoekende in mijn rol en zoek daarin naar gelijken. Een sparringpartner zou erg fijn zijn. Daarnaast vind ik het fijn om van elkaar te leren en in elkaars keuken te kunnen kijken.’
Ook lid worden?
Sluit je ook aan bij het PraktijkmanagersNetwerk, juist nu! De behoefte om elkaar te helpen, kennis te delen en adviezen en tips uit te wisselen is groot. Leden van het netwerk profiteren onder meer op korting van alle evenementen, maken gebruik van de netwerktool MO Plek en ontvangen vier keer per jaar MedischOndernemen Magazine. Word hier lid.
Foto: Tamara Vriend
Reactie toevoegen