Dan kan je maar beter dood gaan!
Onlangs luisterde ik in mijn auto naar een radio-interview over de aanstaande sluiting van een verzorgingshuis in Utrecht. Aan het woord was Tilly, een 93-jarige bewoonster. Zo stram als haar lijf al was, zo helder was haar geest. “Verhuizen is zwaar voor mensen van mijn leeftijd. Ouderen hebben weinig weerstand. Iedere verhuizing is er één teveel. En dus geven ze het op. ‘Dan kan je maar beter dood gaan’, zeggen ze.”
Tilly weet wel hoe het komt dat het zo beroerd gaat met het verzorgingshuis. “Toen ik hier twintig jaar geleden kwam wonen was er een directeur, een hoofd verpleging en een hoofd facilitaire zaken. Dat waren genoeg leidinggevenden. En het was hier goed wonen. Het fijnste verzorgingshuis in Utrecht. Op een gegeven moment werd de directeur ziek. Hij werd vervangen door en interim directeur. Daarna volgden er steeds weer nieuwe interim directeuren en met iedere nieuwe directeur kwamen er weer bezuinigingen. En nu zeggen ze dat we in 2016 gaan sluiten. Nou, ik ga liever dood dan dat ik moet verhuizen.”
De huidige directrice van het huis werd gevraagd naar de reden achter de sluiting: “Wij voeren gewoon het regeringsbeleid uit. Ik kan er ook niets aan doen.” De manager vastgoedzaken deed daar nog een schepje bovenop: “Het is beleid wat er al jaren aan zat te komen. De bewoners zouden blij moeten zijn, dat het eindelijk gaat gebeuren, want de kwaliteit van dit huis voldoet allang niet meer. Meer kan ik er ook niet over zeggen. Ik werk ook maar voor de Raad van Bestuur. Als u mij nu harteloosheid gaat verwijten, dan werp ik dat ver van mij af.”
Het is een bijzonder verhaal. Een oplossing voor de huidige bewoners is er nog niet. De nieuwbouw laat nog op zich wachten. En dus hopen veel bewoners dat ze dood zijn voor ze moeten verhuizen.
De wethouder werd om uitleg gevraagd: “Er is een wenkend perspectief. Er komt een sociaal plan voor de bewoners, een overgangsregeling.” Hij bedoelt kennelijk zoiets als een sterfhuisconstructie, zoals we kennen van reorganisaties. Een prettige overgang als wekend perspectief. “Sorry Tilly, maar je business case is negatief. Je bent niet haalbaar. We zullen je moeten ruimen. Je bent de dupe van de kabinetsplannen. Maar er komt een fijn sociaal plan, hoewel, garanties kan ik natuurlijk niet geven. Je moet weten, dat ik in 010 al zeventien van dit soort huizen heb gesloten en geloof me, die mensen willen echt niet meer terug. Als ze nog leven natuurlijk.”
Het doet me denken aan het boek ‘Make Room!, Make Room!’ van Harry Harrison (1966). Science fiction heet het destijds. Het verhaal speelt in 2022, maar kennelijk lopen we voor op de planning. De kosten van ouderenzorg zijn te hoog. Iedereen snapt, dat we moeten bezuinigen. De huidige verzorgingshuizen zijn niet efficiënt. En dat kan zo niet door gaan. Daarbij worden mensen veel te oud, waardoor we lang voor ze moeten zorgen. Dan wordt hun business case al snel negatief. En dat moeten we natuurlijk niet hebben. Maar er is en wenkend perspectief. We hebben en sociaal plan waarin u netjes en respectvol wordt geruimd. En duurzaam natuurlijk, cradle to cradle zogezegd. We gooien niets weg. We hebben de keten keurig op orde. In de nieuwbouw is een crematorium voorzien. De warmte van uw crematie wordt keurig teruggeleid in het nieuwe huis. Heel efficiënt allemaal. En voor de restanten hebben we ook een oplossing. We zijn een partnership aangegaan met een diervoederbedrijf. Snapt u hem? Prachtige gezonde business case. Nee, om het een sterfhuisconstructie te noemen, dat vind ik veel te negatief. Wij pakken gewoon onze verantwoordelijkheid en voeren het overheidsbeleid uit. En u hoeft niet persé te verhuizen hoor. Als service bieden wij begeleiding bij uw euthanasie. Kijkt u maar, het staat allemaal in dit business plan.”
Stilletjes kijk Tilly naar het dikke rapport in handen van de manager vastgoed. Een traan rolt over haar wangen bij het lezen van de titel: ‘Business Plan Huize Soylent Green’, anno 2016.
Henk Hogeweg is organisatiectivist bij DeLimes | organisatie (her)ontwikkeling te Zwammerdam.
Reactie toevoegen