Blog: Méér delen net zo belangrijk als snel telefoon opnemen
Dertig procent van de huisartsenpraktijken voldoet niet aan de telefonische bereikbaarheidseis van de Inspectie Gezondheidszorg voor niet-spoedeisende hulp, onderzocht de Consumentenbond recent. Het onderzoek kreeg veel publiciteit en zette daarmee een belangrijk onderwerp in de eerstelijnszorg opnieuw in de schijnwerpers: de communicatie tussen arts en patiënt buiten de spreekkamer. Telefonisch contact is daar slechts één aspect van. Het gaat de patiënt immers niet alleen om de kwantitatieve bereikbaarheid van de arts gemeten in minuten, maar in toenemende mate om de kwalitatieve kant van het contact: inhoudelijke informatie die de kenniskloof tussen zorgverlener en –ontvanger dicht en die het door de minister zo gewenste machtsevenwicht herstelt en samen beslissen mogelijk maakt. Het doel daarbij is het realiseren van de beste zorg, afgestemd op de specifieke situatie en wensen van de individuele patiënt.
Niet-spoedeisende vragen kunnen veilig net zo goed online worden gesteld. Als zowel patiënt en zorgverlener hun verantwoordelijkheid nemen, komt de telefoonlijn vrij voor zaken die niet tot de volgende dag kunnen wachten. De technologie is er klaar voor. Efficiënt afspraken maken wordt met moderne applicaties als MijnGezondheid.net vanzelfsprekend. Voorbeelden als deze maken duidelijk dat de ergernis van de Consumentenbond over telefonische bereikbaarheid niet meer dan een achterhoedegevecht hoeft te zijn. Wie maalt er om de telefoon als alles en iedereen bereikbaar is via smartphone en tablet?
Of het om niet meer dan een achterhoedegevecht gaat, hangt niet af van technologische mogelijkheden – deze zijn praktisch onbegrensd. Het gaat veel meer om de ruimte die de zorgverlener geeft en de mate waarin patiënten die uitgestoken hand pakken. Digitale systemen voor eerstelijnspraktijken en hun patiënten bevinden zich in de startfase van daadwerkelijke informatie-uitwisseling. De hoeveelheid, diepgang en actualiteit van gegevens die inzichtelijk zijn voor patiënten zijn vooralsnog te beperkt. Zorgverleners en patiënten zijn hierin samen aan zet. Welke informatie gaat de zorgverlener op welk moment delen met zijn patiënt? En hoe gebruikt de patiënt dat om zijn gezondheid zelf in de hand te nemen? In de samenwerking tussen zorgverlener en patiënt valt nog veel te winnen.
Als ICT-dienstverlener is het niet aan mij om te bepalen wie welke data met wie moet delen. Wel roep ik zorgverleners in de eerste lijn en patiëntenorganisaties op om de discussie hierover te voeren. Het onderzoek van de Consumentenbond is een van de vele signalen dat we als maatschappij toe zijn aan een nieuwe inrichting van communicatie en informatievoorziening in de eerste lijn. Patiënten willen hun eigen zorgkeuzes maken op basis van goede informatie en adviezen. Zorgverleners voelen de noodzaak te vernieuwen ten bate van (kosten)efficiency en zorgkwaliteit. Dit komt samen in de intelligente toepassing van informatietechnologie. Huisartsen kunnen hierin de weg wijzen voor andere zorglijnen. Dat is een te mooie kans om te laten lopen.
Dorinda van Oosten,
Managing director PharmaPartners New Business
Reactie toevoegen