Blog: Check bij overname altijd het concurrentiebeding
De potentiële kopende tandarts benaderde mij om de financiële haalbaarheid van een praktijkoverdracht te toetsen. Na meerdere gesprekken met deze tandarts, waarin onder andere wordt getoetst of hij naast zijn tandheelkundige kennis ook over ondernemerskwaliteiten beschikt, werden de financiële stukken opgevraagd van de verkopende tandarts. Nadat we alle relevante informatie hadden ontvangen, startten wij de financieringsaanvraag.
Maar wat mij niet duidelijk werd, was waarom de tandarts zijn praktijk niet aan zijn collega meewerkend tandarts verkocht. Er werd ons verteld dat de praktijk wel was aangeboden aan de andere tandarts maar dat deze geen interesse had. Onze cliënt was ook niet van plan om deze tandarts aan te houden. Hij ging immers zelf volledig in deze praktijk werken en ruimte voor een tweede tandarts was er eigenlijk niet.
De vraag waarom de meewerkende tandarts de praktijk niet wilde kopen, liet mij niet los. Wat was de achterliggende reden? Leverde deze tandarts niet een heel groot offer door de patiënten waar ze al jaren een goede band mee had zomaar vaarwel te zeggen? We deden toch nog maar een keer navraag bij de verkopende partij. De privé-situatie van deze tandarts was veranderd werd gezegd. Deze tandarts zou dit moment aangrijpen om te gaan verhuizen naar een ander deel van Nederland. Klinkt aannemelijk in eerste instantie. Maar voor de zekerheid besloot ik toch maar even het samenwerkingscontract op te vragen om met name het concurrentiebeding te bestuderen.
De hele financieringsaanvraag was inmiddels afgerond en alle lichten stonden op groen voor onze cliënt. Maar het contract met de meewerkende tandarts met het concurrentiebeding kwam uiteindelijk niet en bleek ook niet te bestaan. Dit was voor ons de reden om te wachten met het uitbetalen van de gelden. Aan onze cliënt legden we uit dat het grote financiële gevolgen kon hebben als de andere tandarts toch twee straten verder een praktijk zou starten. Misschien waren de verkopende en de meewerkende tandarts niet uit de overnamesom gekomen bijvoorbeeld. Vanuit de bank stelden we onze cliënt voor de overname een paar maanden uit te stellen en in de tussenliggende periode in de praktijk te gaan werken die hij wilde overnemen. Onze cliënt wilde natuurlijk ook geen onnodige financiële risico’s nemen en kon zich vinden in deze tussenoplossing.
Inmiddels is onze cliënt niet meer werkzaam in deze praktijk en de andere tandarts is inderdaad een paar straten verderop een praktijk gestart en de meeste patiënten zijn naar deze praktijk vertrokken. Ondanks een negatief advies van de bank, heeft onze cliënt er toch een heel positief gevoel aan overgehouden dat de overname niet is doorgegaan. Hij had dan een financiële schuld gehad en geen patiënten.
Als Sector Specialist Medische & Vrije Beroepen van ABN AMRO Bank begeleidt Arjan Wijnands regelmatig praktijkoverdrachten in de eerstelijnszorg. In dit blog behandelt hij opvallende en leerzame cases uit de praktijk ( arjan.wijnands@nl.abnamro.com).
Reactie toevoegen