‘Anderhalvelijnszorg’ gaat niet werken
Zelfverklaarde deskundigheid
Anderhalvelijnszorg
Om de patiënten in onze praktijk veilig te kunnen ontvangen hanteren we een aangescherpte triage en hebben we letterlijk een lijn op 1,5 meter van de stoel van de huisarts getrokken. De stoel van de patiënt staat achter die lijn. Bij lichamelijk onderzoek dragen we standaard handschoenen en een chirurgisch mondkapje. Dat noemen we met een kwinkslag: anderhalvelijnszorg. Maar tijdens het consult is de strijd tussen sociale betrokkenheid en fysieke distantie snel beslecht. Mensen zijn en blijven sociale dieren. Ons vak vraagt soms gewoonweg om nabijheid. Of dat nu het luisteren naar de longen, een kijkje in de keel, voelen naar een pijnlijke spier, een troostend schouderklopje of het aanleggen van een verband betreft. Het zit in onze beroepsgenen om letterlijk en figuurlijk dichterbij te gaan staan dan 1,5 meter. Of dat nu richting de patiënt is of richting teamleden.
Tips praktijkinrichting
Als praktische handreiking heeft het bouwadviesteam van de LHV een aantal tips gepubliceerd om praktijken in te richten volgens de 1,5 metermaatregel. Laten we echter voordat we massaal eenrichtingsverkeer, rode en groene stromen, bolspiegels, assistentes achter plexiglas, nieuwe ventilatiesystemen en toiletinstructies introduceren, eerst nadenken: willen en kunnen we dit wel in de eerstelijnszorg? En nog belangrijker: willen onze patiënten dit wel? Wegen de voordelen op tegen de nadelen? De tijd zal ons leren of corona ons vak blijvend verandert. Of dat we met gezond verstand en onze volksaard door deze tijdelijke golven heen kunnen laveren. Persoonlijk denk ik dat anderhalvelijnszorg geen blijvertje voor de eerstelijnszorg is.
Rob van Damme (MD, MA) is bruggenbouwer in de zorg bij Bakenberg Consult en vaste columnist bij MedischOndernemen.
Reactie toevoegen