Verbreding en verdere professionalisering van functie ligt in het verschiet
‘Zo’n vijftien jaar geleden kwam substitutie in de eerste lijn en daarna de ketenzorg op gang. In de huisartsenpraktijk deden meer zorgverleners hun intrede, zoals praktijkondersteuners. Het team groeide en de organisatie van de praktijk werd complexer. Ik heb toen vaak gezien dat een van de doktersassistentes hoofdassistent werd en operationele zaken ging uitvoeren’, zegt Ger Plat, adviseur in de eerste lijn. Hij ziet nu dat de rol van de praktijkmanager opschuift naar tactisch en strategisch niveau. ‘Je hebt als praktijkmanager tegenwoordig managementvaardigheden nodig.’
Meer samenwerking
Plat ziet een aantal ontwikkelingen dat de functie van praktijkmanager beïnvloedt. ‘Steeds meer zorg zal zich verplaatsen naar de huisartsenpraktijk, die beweging zet door. Er komt meer nadruk op preventie, op gedrag en gezondheid in plaats van op ziekte en zorg. En samenwerking, monodisciplinair, binnen de huisartsengroep en de zorggroep, maar ook multidisciplinair binnen de wijk, met welzijn, cure en care, wordt belangrijk. Daarbij gaat het om de vraag of de huisarts de regie wil nemen. Dan heeft hij baat bij een praktijkmanager die ervoor zorgt dat deze samenwerking soepel verloopt.’
Infrastructuur in de wijk
Wil je als huisarts een stevige positie binnen de wijk innemen, dan zul je het initiatief moeten nemen, stelt Plat. ‘Daar ligt een taak voor de praktijkmanager: het opzetten van een infrastructuur in de wijk en het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op samenwerken in de wijk. Ook het maken van een goede analyse naar de zorgvraag en het ontwikkelen van een gezamenlijk passend zorgaanbod of specifieke projecten, kan een praktijkmanager oppakken.’
De module O &I biedt de mogelijkheid om deze taken op het vlak van wijkmanagement te vergoeden.
Grotere rol beleidsadviezen
Plat denkt dat de functie van praktijkmanager zich zal verbreden in de nabije toekomst. In welke mate hangt af van de keuze van de praktijkhouder. ‘De praktijkmanager houdt zich bezig met alle beleidsgebieden, alle portefeuilles van de praktijkhouder, maar het gaat verschuiven naar tactisch en strategisch gebied. De praktijkhouder blijft eindverantwoordelijk en bepaalt het beleid. Maar de rol van de praktijkmanager op het vlak van beleidsadvisering wordt steeds groter.’
Plat wijst op nog een andere ontwikkeling: er komt een nieuwe generatie jonge huisartsen aan, met vaak hoogopgeleide partners, die een gezonde balanswillen tussen werk en privé. ‘Zij hebben behoefte aan ondersteuning bij het managen van hun praktijk.'
Mondzorg: twee soorten
‘Door de jaren heen heb ik gezien dat er twee stromingen zijn als het gaat om praktijkmanagers in de mondzorg. Er zijn tandartsassistenten of receptionistes die zijn doorgestroomd naar de functie van praktijkmanager. En er zijn praktijkmanagers van buitenaf de mondzorg binnengetreden. Zij hebben bijvoorbeeld een managementopleiding in de zorg gevolgd, of hebben vergelijkbare ervaring uit andere branches. Zij hebben weliswaar een voorsprong op het gebied van professionele managementvaardigheden, maar beschikken nog niet over de kennis van het reilen en zeilen in de mondzorg, waar de eerste groep wel thuis in is’, aldus Maaike de With, beleidsadviseur opleidingen en professionalisering bij de KNMT. Ook werkte zij jaren als praktijkmanager in de mondzorg.
Niet meer weg te denken
Kleine solistisch werkende tandartsenpraktijken verdwijnen en er is sprake van schaalvergroting, stelt De With. ‘Praktijkhouders met vijf kamers kunnen niet meer zonder een praktijkmanager. Zij ontzorgen de praktijkhouder en ik voorspel dat het vak zich verder gaat ontwikkelen en professionaliseren.’
Ook een startende tandarts heeft liever geen omkijken naar de organisatie van de praktijk. ‘Die heeft tijdens de opleiding niet geleerd hoe je een praktijk moet managen. Dus als de praktijk groot genoeg is en het financieel mogelijk is, zal een praktijkmanager een grote meerwaarde zijn voor de praktijkhouder.’
Verder ontwikkelen
De With wijst erop dat de tandartspraktijken onderling verschillen en dat dit dus ook geldt voor de taken van de praktijkmanagers. ‘Vaak sta je er als praktijkmanager alleen voor om alles goed geregeld te krijgen.’
Hoe kan de functie zich verder ontwikkelen? ‘Ik hoop dat de praktijkmanagers hun vak nog meer op de kaart gaan zetten. Ik denk dat het vak aan meerwaarde kan winnen als de praktijkmanagers elkaar onderling meer weten te vinden en meer gebruik maken van elkaars kennis, kunde en expertise. Dat kan bijvoorbeeld door in elkaars praktijk te kijken. Waar loopt je collega tegenaan, hoe heeft hij of zij dat opgelost? Dat helpt je ook om te reflecteren op hoe jij zaken aanpakt.’
Op de kaart zetten
De With hoopt dan ook dat praktijkmanagers onderling meer gaan samenwerken, zich gaan specialiseren en dat er meer differentiatie komt. ‘Waar ben jij goed in, waar beleef jij plezier aan? Welke kennis mis je? Het zou mooi zijn als praktijkmanagers zich daarop kunnen vinden en zich meer aan elkaar verbinden, en elkaars kennis benutten. Je staat er dan ook niet alleen voor. Start bijvoorbeeld een intervisiegroep. Als praktijkmanager ben je continu in ontwikkeling om bij te blijven en je vak bij te houden!’
Link:
PraktijkmanagersNetwerk: 'Anja Holtkamp:'Praktijkmanager word je niet, dat ben je!', 1 april 2021
Reactie toevoegen